EEN INLEIDING in de GERMANISCHE HEILKUNDE®

volgens Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Statistieken in de geneeskunde tot nu toe

Het doel en de bedoeling van een statistiek is in de eerste plaats een reeks feiten weer te geven, b.v. in curve-diagrammen. Vervolgens wordt een andere reeks feiten getoond. Ten derde wordt de curve of parameter A in een causaal verband gebracht met curve of parameter B. De inhoud van de curven is arbitrair. De inhoud van de curven wordt willekeurig gekozen en ingevoerd. De berekening en de daaropvolgende conclusie zijn formeel correct. De zogenaamde bevindingen in de schoolgeneeskunde zijn altijd statistisch verkregen. Zolang feiten bij elkaar worden opgeteld, zijn statistieken legaal. Maar wanneer feiten uit verschillende reeksen statistisch oorzakelijk met elkaar in verband moeten worden gebracht, wordt de zaak foutief.

Voorbeeld: Er zijn steeds minder ooievaars... Natuurlijk. Er zijn steeds minder baby's. Natuurlijk. Hieruit volgt statistisch: De ooievaars brachten de baby's. Herders in de Kaukasus krijgen weinig kanker. Herders in de Kaukasus eten veel schapenkaas. Statistische conclusie: Schapenkaas is anti-carcinogeen, voorkomt kanker (wetenschappelijk werk van de afdeling Kankerprofylaxe van de Universiteit van Heidelberg/Mannheim). Naar mijn mening is de statistiek zelf een zeer omstreden vorm van zogenaamde wetenschappelijkheid.

Voorbeeld:

a) er worden meer auto's geproduceerd

b) meer wegen worden aangelegd

Statistische koppelingsmogelijkheden:

1. omdat er meer auto's waren, moesten er meer wegen worden aangelegd

2. hoe meer wegen er werden aangelegd, hoe meer auto's er werden geproduceerd.

Aangezien men over de meeste verschijnselen slechts over beperkte informatie beschikt (afgezien van de moeilijkheid om achtergrondinformatie te verzamelen), is de realiteit dat statistieken vooral daar worden verzameld waar zij betrekkelijk gemakkelijk te verzamelen zijn: b.v. sterftestatistieken in samenhang met geografische, voedings-, luchtverontreinigings- enz. statistieken.

De vergissing daarbij was altijd om één reden uit honderd te kiezen die leek te passen en daaruit een statistische waarschijnlijkheid te construeren, zonder zelfs de resterende mogelijkheden te onderzoeken. Het feit dat de herders in de Kaukasus gedurende het gehele jaar nauwelijks een eerste mogelijkheid tot conflicten hadden, werd niet eens als een oorzaak beschouwd.

Soortgelijke vreemdsoortige resultaten kunnen bijvoorbeeld worden verkregen wanneer men arme mensen uit sociaal zwakkere klassen groepeert, zoals bijna altijd het geval is wanneer men studies uitvoert in gebieden met zware luchtverontreiniging door industriële uitlaatgassen of andere verontreinigende stoffen en deze contrasteert met een andere groep mensen die in niet-verontreinigde gebieden wonen. Voor mensen die in Bitterfeld of Leuna wonen, wordt de hoge mate van lucht- of milieuverontreiniging vanzelfsprekend verondersteld de beslissende factor te zijn.

Vragen zoals:

  • Wat is de sociale gelaagdheid van de bestudeerde populatie?
  • Komen zij uit gebieden met hoge werkloosheid of dreigende werkloosheid als gevolg van het schrappen van banen, massaontslagen, b.v. in de zwaar beproefde zware industrie?
  • In hoeverre is bewustwording, in een gebied met veel milieuvervuiling, in combinatie met negatieve sensatieberichten in de pers, een conflictbevorderende factor? (Voorbeeld: In maart van dit jaar deden "horrorverhalen" over enkele baby's die zonder handen waren geboren dagenlang de ronde in de pers. Dit zou te wijten zijn aan de waterverontreiniging in de Noordzee en de Oostzee, waar de moeders van de betrokken baby's wonen).
  • Is het mogelijk dat de uitzichtloosheid, de armoede en de angst voor ernstige ziekten, waarin de mensen in bijvoorbeeld Bitterfeld of Leuna voor en ook na de “Wende" moeten leven, een veel grotere statistisch relevante factor is voor het ontstaan van ziekten?
  • Hoe verhoudt zich de interactie tussen de lagere sociale klasse (met de daaruit voortvloeiende beperkingen) en het bewustzijn, b.v. in een beroep, om te gaan met schadelijke stoffen die kanker zouden kunnen veroorzaken, tot het conflictpotentieel in het algemeen?

Uit het oogpunt van de Germanische Heilkunde (vroeger: Nieuwe Geneeskunde, Germaanse Nieuwe Geneeskunde) zijn er natuurlijk geen statistieken. Hier zouden geheel andere verklaringen in het spel komen, die bovendien messcherp zouden kunnen worden aangetoond.

Het is bijvoorbeeld bekend dat toepassing van aniline leidt tot blaas- of nierbekken- of rectale slijmvlies papillomen. Hier zou de Germanische Heilkunde een zeer eenvoudige verklaring kunnen geven:

Getroffen individuen kunnen te lijden hebben onder het biologische conflict dat zij "hun territorium niet meer kunnen afbakenen" als gevolg van de verkleuring en de verandering van de geur van urine en uitwerpselen. Als een DHS is opgetreden, dan kan dit conflict, dat bij de vrouw en de man bestaat, leiden tot nierbekkenzweren, blaaszweren. De papillomen zijn dan weer de verhoornde, geheelde aandoeningen die wij vroeger als carcinomen hadden aangezien, maar die in feite gewoon onschadelijke wratten waren.

Als je bijvoorbeeld de bevolking onderzoekt die dicht bij een kernreactor woont, dan zijn dat alleen arme mensen, en als je daarentegen een contingent rijke mensen neemt die niet in de buurt van de reactor hoeven te wonen, dan laten de statistieken eigenlijk alleen maar zien dat arme mensen meer kanker hebben dan rijke mensen met een dik chequeboek. Natuurlijk vermeldt niemand in de statistieken dat sommigen arm waren en anderen rijk. Ze zeggen alleen dat sommigen in de buurt van de reactor woonden en anderen niet. Maar ik ken geen rijk persoon die niet onmiddellijk zijn huis zou verkopen indien mogelijk en zou verhuizen wanneer de eerste reactorplannen opduiken.

En zo is een oneindig aantal statistieken gebaseerd op de basisobservatie: arme mensen hebben meer ziekten dan rijke mensen.

In elk oncologisch leerboek staat dat besnijdenis baarmoederhalskanker voorkomt, dat wil zeggen dat het anti-carcinogeen is. Deze studie, samen met zijn idiote resultaat, kwam als volgt tot stand:

Israëlische artsen onderzochten een groep Israëlische huisvrouwen om te zien hoe vaak deze vrouwen in vijf jaar baarmoederhalskanker kregen.

Ter vergelijking gebruikten zij een groep Arabische prostituees die, uiteraard, willekeurig geslachtsverkeer hadden met besneden en onbesneden klanten. Deze prostituees, die hun brood verdienden met hun vagina's en alles wat bij dit milieu hoort, kregen natuurlijk veel vaker baarmoederhalskanker dan de Israëlische huisvrouwen.

Hieruit leidde men af dat dit alleen te wijten kon zijn aan het feit dat de Israëlische huisvrouwen alleen met hun besneden echtgenoten sliepen, maar dat de hoeren ook met onbesneden klanten sliepen, waaruit men concludeerde dat het mannelijke smegma de schuldige was. - Een perfect pseudo-wetenschappelijk bewijs dat smegma kankerverwekkend is.

Als u bekend bent met de Germanische Heilkunde, hoeft u verder niets te zeggen.

Zoals wij allen weten, hebben statistieken er altijd onder te lijden dat slechts één van de 50 mogelijke redenen voor twee gelijksoortige gebeurtenissen met gelijksoortige deelnemers wordt aangegeven en dat de andere 49 redenen buiten beschouwing worden gelaten. Dergelijke medische pseudo-statistieken zijn gewoon geen wetenschap.

De statistieken waren altijd slechts een numerieke samenvatting van feiten, de vermeende oorzaken werden statistisch toegevoegd. Achteraf gezien hadden alle statistieken de tekortkoming dat zij alleen betrekking hadden op het organische niveau, en zelfs daar bleef de wet van de tweefasigheid van de ziekten buiten beschouwing door een gebrek aan kennis van de correlaties, en in ieder geval bleven het psychische niveau en het cerebrale niveau, en de betekenis van linkshandigheid en rechtshandigheid eveneens buiten beschouwing. Om nog maar te zwijgen van de epileptische crisis, die de meest voorkomende doodsoorzaak is.

Achteraf kan men dus stellen dat de meeste medische statistieken zonder enige waarde en intrinsiek betekenisloos waren.

Het levercelcarcinoom is verreweg de meest voorkomende vorm van kanker in grote delen van Afrika en Azië.

Mozambique70% van alle carcinomen
Senegal67% van alle carcinomen
Bantoe in Zuid Afrika50% van alle carcinomen
India, China, Taiwan en de Filippijnen20% van alle carcinomen
VS, Canada en West-Europa2-3% van alle carcinomen

(Neumayr, A. and Weiss, W.: Liver tumors - new aspects. Hepatoga stroenterology 28:1, 1981)

Zoals wij uit de Germanische Heilkunde weten, komt levercelcarcinoom op psychisch niveau overeen met het biologische conflict van verhongerangst (angst om te verhongeren). Het is dan ook geen wonder dat in gebieden waar politieke onrust heerst en hongersnood heerst, leverkanker tot 35 maal meer voorkomt dan in gebieden waar de overlevingskansen geordend en veilig zijn, zoals de VS, Canada en West-Europa.

Statistisch onderzoek heeft uitgewezen dat de volgende risicofactoren voor baarmoederhalskanker aanwezig zijn:

Lage sociaal-economische status, ras (zwarte vrouwen worden twee keer zo vaak getroffen als blanke), vroeg huwelijk, vroege leeftijd van eerste seksueel contact, aantal partners. Er werd geconcludeerd dat mannelijk sperma kankerverwekkend was. (Swan, S.H., and Brown, W.L.: Vasectomy and cancer of the cervix. N.Engl.J.Med. 301:46,1979).

Aangezien wij uit de Germanische Heilkunde (voorheen: Nieuwe Geneeskunde, Germaanse Nieuwe Geneeskunde) weten dat baarmoederhalskanker (bij rechtshandige vrouwen) op psychisch niveau correleert met seksuele conflicten, belicht deze statistiek natuurlijk alleen maar het feit dat hoe vroeger en hoe vaker men geslachtsgemeenschap heeft, hoe groter de kans op seksuele conflicten.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer 

Vertaling: Nederlandse werkgroep