Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Botosteolyse
- in de ca-fase
Recalcificatie en leukemie
- in de pcl-fase

Oorspronkelijk werd kanker opgevat als een echte tumor met een sterke celvermeerdering. Aangenomen werd dat de cellen van de tumor zouden kunnen wegzwemmen en in andere delen van het lichaam dochtertumoren zouden kunnen vormen, de zogenaamde "metastasen", die in werkelijkheid niet bestaan. Toen men steeds vaker werd geconfronteerd met zogenaamde "botmetastasen", waarbij het tegendeel van celvermeerdering werd gevonden, namelijk gaten in het bot, wist niemand meer wat "kanker" eigenlijk was.

Vóór 1981 (het jaar van de ontdekking van de ijzeren regel van kanker) bestonden er vele theorieën over de oorsprong van kanker. Maar niemand dacht dat kanker veroorzaakt kon worden door een dramatisch, zeer acuut, isolerend conflict dat ons bij wijze van spreken op het verkeerde been zette.

De DHS (Biologische Conflict Schok) is inderdaad een "op het verkeerde been zetten", maar tegelijkertijd opent het een grote kans om deze verstoring te compenseren. Dit komt doordat een "Zinvol Biologisch Speciaal Programma" (SBS) wordt opgestart, de vriendelijke kans van Moeder Natuur om de onoplettendheid goed te maken.

Op het moment van het DHS bepaalt dit biologische conflict zowel de lokalisatie van het SBS in de hersenen als een zogenaamde “Hamerse Haard" (HH), als de lokalisatie op het orgaan als kanker of kankerequivalent (kankerachtige ziekte. d.w.z. celvermindering of functionele verandering). Waarbij elke ziekte twee fasen kent, een conflict-actieve fase en een genezingsfase wanneer het daadwerkelijk tot oplossing van het conflict komt (2e Biologische Natuurwet).

De conflictinhoud bij bot-osteolyse is altijd een conflict van verlies van eigenwaarde, d.w.z. een zogenaamd eigenwaarde-conflict (SWE), dat men op verschillende manieren kan voelen. Hoe, waar, wat men voelt wordt altijd beslist in de seconde van de DHS, bijv:

  • Intellectueel-moreel = schedelkap- en cervicale osteolyse.
  • In de relatie moeder/kind, vader/kind, man/vrouw en vice versa = schouder
  • SWE van handvaardigheid en beweeglijkheid = armbeenderen, handen
  • Centrale SWE betreffende de persoonlijkheid = lumbale en thoracale wervelkolom osteolyses
  • SWE betreffende de sportieve activiteit = beenbot osteolyses, knie osteolyses.

In de conflictactieve fase ontwikkelen zich necrosen, d.w.z. osteolyse van het skelet, d.w.z. botcellen worden afgebroken, of in mildere gevallen van het lymfestelsel, gepaard gaande met een gelijktijdige afname van de bloedvorming, zowel van witte als van rode bloedcellen, d.w.z. een vermindering van de bloedvorming = bloedarmoede. Bij langdurige conflicten van eigenwaarde kunnen grote osteolysen in het skelet optreden, zodat er dan reeds in deze conflict-actieve fase gevaar bestaat voor spontane breuken.

Na conflictoplossing (CL) van de SWE gebeurt precies het tegenovergestelde, een wilde maar zeer goed georganiseerde proliferatie van callus cellen komt op gang. In deze fase loopt het bot aanvankelijk echter nog maximaal gevaar te breken zolang er niet voldoende callus is opgebouwd.

De osteolysen recalcificeren altijd met ernstige zwelling van het botweefsel en hevige pijn als gevolg van spanning van het periosteum (bothuid). Tegelijkertijd wordt nu een diepe donkere verkleuring gezien in de HH van de hersenen (oedeem in het hersenmerg van de grote hersenen) die overeenkomt met het bijbehorende skeletgedeelte, maar dit trekt weer weg naarmate de recalcificatie toeneemt.

Hoe beter de patiënt zich voorbereidt op deze verwachte "botgenezingspijnen" (6-8 weken, in ernstige gevallen 3 maanden, op voorwaarde dat er zich geen nieuwe recidieven voordoen), hoe gemakkelijker hij ze kan verdragen. De pijn wordt des te ondraaglijker als de patiënt in paniek raakt. 

Deze pijn, die regelmatig optreedt wanneer het bot oedeemt tijdens de genezingsfase, is een goed teken en een belangrijk proces in de biologische botgenezing, omdat deze pijn de betrokkene dwingt het aangetaste deel van het skelet stil te houden, dat het gevaar zou lopen te breken onder spanning of functionele belasting.

Normaal zou de patiënt in bed moeten liggen en geen gewicht op het wervellichaam mogen zetten. Genezing kan zeer goed worden waargenomen door röntgenonderzoek van het bot, namelijk door de progressieve recalcificatie. De histologen zeggen dan dat ze niets meer kunnen zien door de verkalking. Er is daar dus niet alleen meer botweefsel dan voorheen (gat), maar ook meer dan in het omliggende gebied, d.w.z. meer dichtheid.

Deze samengeperste witte ronde gebieden op de röntgenfoto, die vroeger gaten in het bot waren geweest, werden nu in de schoolgeneeskunde "osteoblastische metastasen" (botvormende uitzaaiingen) genoemd. De gaatjes in de botten werden "osteoclastische metastasen" (botafbraak) genoemd.

Nu begreep niemand er iets van. Hoe kan deze necrose "kwaadaardige kankercellen" uitzenden als deze niet te vinden zijn in het celverlies? Hoe kon een "goedaardige" botosteolyse een zeer "kwaadaardig" osteosarcoom worden? De "osteoblastische metastase" is niets anders dan de genezing van het botgat, eigenlijk precies hetzelfde als een osteosarcoom.

Osteosarcoom werd echter alleen osteoblastische metastase genoemd wanneer het periost werd geopend, b.v. om een zogenaamd "weefselmonster" te nemen. In dit geval had het onder druk staande callus vocht, dat zich met het oog op genezing in een botgat had gevormd, weefseldruk veroorzaakt en het periost in het bot opgezwollen, zich via het geopende periost een weg gebaand naar het omringende weefsel, het weefsel door de callus cellen vergroot en verhard en daar een zogenaamd sarcoom, een "half bot", veroorzaakt, dat osteosarcoom werd genoemd. Indien geen biopsie zou zijn verricht, zou het omliggende weefsel "slechts" uitwendig gezwollen zijn geweest. Hoewel de vloeistof door het periosteum gaat, doen de callus cellen dat niet.

Volgens de opvatting van de Germanische Heilkunde dat op dezelfde plaats van het orgaan altijd dezelfde histologische formatie wordt aangetroffen, zelfs in het geval van kanker, zijn puncties en biopsies vrijwel geheel overbodig. Op grond van onze ervaring weten wij dat het computertomogram van de hersenen (CT) betrouwbaarder informatie kan geven over een histologische vorming dan een biopsie.

Overigens hebben we hier te maken met hetzelfde proces als bijvoorbeeld bij acute reuma van de gewrichten, b.v. in de knie, dat de genezingsfase is na een onsportief conflict en dat na verloop van tijd spontaan weer over gaat. De ernstige zwelling en de vervorming van het gewricht, die in feite passief is, kunnen echter leiden tot een herhaling van het onsportieve conflict, omdat de patiënt nu des te meer niet in staat is te lopen.

Zo zijn er vicieuze cirkels, die ofwel voortkomen uit onbegrip, ofwel ook uit een reële handicap in de genezingsfase. Zo'n vicieuze cirkel is bijvoorbeeld primair chronisch PCP = polyartritis, die gebaseerd is op het volgende mechanisme: De patiënt lijdt aan een SWE betreffende onhandigheid in het gebied van zijn vingers of hand skelet, vanwege het plegen van een grote onhandigheid. Als hij dit conflict oplost, zwelt het periost op, en aangezien er vaak sprake is van osteolyse in de buurt van de gewrichten, dringt het oedeem zich op in de richting van de minste weerstand, d.w.z. in het gewricht van de vingers of de pols. Door de zwelling voelt de patiënt zich nu nog onhandiger dan hij zich al eerder voelde, en hij heeft nu last van een herhaling van het conflict dat intussen is opgelost. Door het terugkomen neemt de zwelling van de gewrichten af, maar niet omdat ze genezen zijn, maar omdat ze in de hernieuwde ca-fase weer nieuwe osteolysen veroorzaken in plaats van te recalcificeren, d.w.z. dat het proces weer wordt omgekeerd. Als de zwelling weer afneemt, voelt de patiënt zich weer vaardiger met zijn handen en kan hij weer tot een oplossing van dit conflict komen. De oplossing zorgt er echter voor dat de vingergewrichten weer opzwellen. En zo gaat dit proces in golven verder en verder en kan zich over vele jaren uitstrekken, totdat uiteindelijk een vervorming van de handen optreedt, die dan weer de blijvende onhandigheid vastlegt.

Patiënten bij wie vroeger acute reumatoïde artritis in de knie werd vastgesteld, komen nu bijvoorbeeld terecht bij oncologie en worden behandeld voor osteosarcoom. Het sterftecijfer voor osteosarcoom van de knie is zeer, zeer hoog.

De enige reden waarom we niet begrepen dat de twee één en dezelfde zijn, was omdat we het verschil niet begrepen tussen een breuk en een biologisch door conflicten veroorzaakte osteolyse van het bot in de genezingsfase. Het verschil tussen osteolyse veroorzaakt door een biologisch SWE-conflict en een normale fractuur die is ontstaan zonder een dergelijk SWE-conflict is dat in de fractuur de eelt- (of callus) vorming optreedt zonder veel oedeemvorming. Het bot is echter meer verkalkt en sterker nadat de genezing van een SWE is voltooid dan daarvoor. Dit is ook het biologische doel.

Tot nu toe mocht de arts een patiënt die als "kwaadaardig" was gediagnosticeerd, bij het geringste teken van pijn morfine toedienen. De bijwerkingen van morfine, zoals verslaving, ademhalingsonderdrukking, darmverlamming, enz. werden licht opgevat.

Aangezien pijn iets subjectiefs is, voelen patiënten de pijn vele malen meer wanneer het effect van de morfine wegebt dan wanneer zij in de eerste plaats geen morfine hadden genomen. Zoals bekend, moeten de morfine doses daarom voortdurend worden verhoogd. Daarom was het toedienen van morfine altijd een eenrichtingsverkeer, een doden in termijnen.

Met de Germanische Heilkunde kunnen we nu precies onderscheiden tot welke fase van de ziekte de pijn behoort, van welke kwaliteit ze is, hoe lang ze zal aanhouden, enz. Het is belangrijk dat de patiënt begrijpt: pijn in het bot is goed, het is een duidelijk teken van genezing!

Cytostatica, daarentegen, verhinderen genezing, blokkeren het. In het geval van cerebrale ulcera / necrosen kan in de genezingsfase een louter symptomatisch vals succes worden bereikt, aangezien men elk genezingsproces onmiddellijk kan blokkeren met cytostatica (chemo). In principe kan men elke steenpuist, elk abces, zelfs elke bijensteek laten zwellen met cytostatica, maar men verhindert altijd alleen maar de genezing en dus ook het noodzakelijke werk van de verantwoordelijke microben.

ingevolge het ontogenetisch systeem van de microben (4e biologische natuurwet) zien we dat de microben op een zinvolle en een voor de evolutiegeschiedenis begrijpelijke manier in het biologisch proces van het SBS passen. Zij zijn als het ware met ons en voor ons gegroeid. Ze zijn elk lid van een regulerend circuit van de natuur, dat wij niet kenden. Daarom hebben wij blindelings geprobeerd deze nuttige kleine helpers te vernietigen met zogenaamde antibiotica of sulfonamiden.

Bacteriën werken dus zowel gedeeltelijk op de door de kleine hersenen aangestuurde organen van het middelste kiemblad, waar zij cellen afbreken, als op de door het hersenmerg aangestuurde necrosen van de organen van het middelste kiemblad, waar zij cellen helpen opbouwen, b.v. bot.

Chirurgen maken al 50 jaar gebruik van deze kennis, b.v. door een geamputeerde breuk door middel van een perforatie te openen met een reeks z.g. spijkers, die op hun plaats blijven, en open te houden, omdat een open breuk die toegankelijk is voor bacteriën veel sneller geneest dan wanneer hij gesloten zou blijven. Dus de bacteriën bevorderen de opbouw, maar ze breken ook uitstekende of overtollige botfragmenten af.

Het waren niet de microben die ons de das omdeden, maar in het meest gunstige geval het enorme oedeem in onze hersenen tijdens de genezingsfase, in het geval het conflict te lang had geduurd of het syndroom er bij was gekomen. Maar er is nog iets.

De beenmergstamcellen waren tijdens de ca-fase ten gevolge van sympathicotonie zo lang onder hematopoëse depressie geweest, dat zij uiteindelijk weinig of geen bloedcellen produceerden, b.v. tijdens zeer lange conflicten. We noemen dit panmyelophtise. Met het begin van de genezingsfase gaat de rem er echter weer van af, en met een krachtige duw begint het beenmerg nu weer te produceren. In het begin wordt een buitensporig aantal leukocyten (zogenaamde blasten) geproduceerd, waarvan de meeste onbruikbaar zijn.

Na de gebruikelijke erytropoësevertraging van 4-6 weken - die echter geen echte is, maar slechts een berekende, d.w.z. door de grote verdunning van het bloed, heeft dit geen effect, maar neemt de productie van erytrocyten vanaf CL toe! - De productie van erytrocyten en trombocyten komt op dezelfde wijze weer op gang, ook hier aanvankelijk met een groot aantal cellen van inferieure kwaliteit, b.v. erytrocyten met een verminderd zuurstofopnamevermogen. Dit resulteert in een "vertraagde anemie met gelijktijdige leukemie".

Leukemie is praktisch een soort sarcoomachtige woekering van bloedcellen, met als enig verschil dat de overmatig en kwalitatief slecht gevormde bloedcellen al na enkele dagen door het organisme worden afgestoten. Het verschil tussen acute en chronische leukemie kan alleen worden begrepen als rekening wordt gehouden met de specifieke conflictsituatie.

Acute leukemie is het gevolg van een acuut dramatisch eigenwaarde inbreuk conflict, meestal een eenmalig iets, terwijl chronische leukemie het gevolg is van conflicten die in de tussentijd niet aan de orde zijn, maar dan van tijd tot tijd herhaaldelijk tot uitbarsting komen.

Het is daarom belangrijk om te weten:

Er is geen leukemie zonder voorafgaande actieve botkanker. Maar zelfs de verwoestende diagnose "leukemie" moet het zojuist herstelde gevoel van eigenwaarde met donder doen wegslaan en is vaak de oorzaak van recidieven of nieuwe conflictschokken, d.w.z. zogenaamde metastasen. De patiënt in deze leukemische genezingsfase is als een teer plantje dat nog niet mag worden blootgesteld aan de rauwe, harde lucht van de eigenwaarde concurrentie.

Botosteolyse, anemie, leukemie, osteolyse, sarcoom, botpijn, lumbago, scoliose, hernia, reumatoïde artritis, plasmocytoom, artrose, ziekte van Bechterew, polyartritis, ziekte van Hodgkin, enz. zijn in principe één en hetzelfde, maar in verschillende fasen of omstandigheden.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Vertaling: Nederlandse werkgroep