Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Ons hart - en waardoor het ziek wordt gemaakt

De Germanische Heilkunde is een empirische natuurwetenschap. Het is gebaseerd op 5 empirisch gevonden biologische natuurwetten die in strikt wetenschappelijke zin op elk ziektegeval bij mensen en zoogdieren kunnen worden toegepast.

De onwetendheid over deze wetten in medisch-klinische zin heeft ons telkens belet de geneeskunde juist te classificeren, of zelfs maar een enkele ziekte juist te zien of te beoordelen. We waren nooit in staat kanker en zijn verbanden te herkennen, omdat we het als ongeneeslijk beschouwden en onze toevlucht hadden genomen tot het wegnemen van de symptomen van kanker op organisch niveau; evenmin hadden we bijvoorbeeld de mogelijkheid de zogenaamde besmettelijke ziekten helemaal te begrijpen, omdat we ze niet beschouwden als fasen van genezing, maar als agressieve fasen van ziekte waarin microben ons willen vernietigen.

Evenzo bleef de wet van de tweefasigheid van ziekten (2e biologische natuurwet) onbesproken bij gebrek aan kennis van de onderlinge verbanden, en sowieso bleven het psychologische niveau en het cerebrale niveau, de betekenis van linkshandigheid en rechtshandigheid eveneens onbesproken. En dan hebben we het nog niet eens over de epileptoïde crisis gehad, die de meest voorkomende doodsoorzaak is.

Het myocard infarct is een ziekte waarvan we dachten en denken dat we er veel over wisten, maar waarover we eigenlijk niets wisten. Denk maar aan de vele risicofactoren, die de een tegen de ander na prevelt en die niemand ooit echt heeft kunnen bewijzen, dat het zogenaamd stress zijn kan dat een hartaanval veroorzaakt, dat het zogenaamd overgewicht is dat hartaanvallen veroorzaakt, dat het zogenaamd hoge cholesterolgehalte is, of dat het de vele voedseltoxines zijn. Dit waren allemaal bloeiende misvattingen.

Elke hartaanval begint met een DHS: een zeer ernstige, zeer acute, dramatische, en isolerende territoriale conflict-ervaringsschok die ons onvoorbereid op het verkeerde been zet. Het is altijd een gebeurtenis in twee fasen, mits er een oplossing voor het conflict komt.

Territoriumconflict betekent dat het individu zijn gebied van activiteit (territorium) kwijt is, b.v. het hert zijn bosgebied, de leider van de wolvenroedel zijn steppegebied, de mens zijn gebied van activiteit met zijn gezin, huis, bedrijf, werkplek enz., zelfs een auto kan een territorium zijn. Hetzelfde territoriumconflict kan ook ontstaan als een essentieel deel van het territorium wegloopt, b.v. vrouw, dochter, minnaar, enz.

Een hartaanval wordt meestal pas opgemerkt als het conflict minstens 3-4 maanden heeft geduurd. Als het territoriale conflict - uitgaande van een gemiddelde conflictintensiteit - niet binnen 9 maanden opgelost is, dan kan de mens het conflict alleen oplossen tegen de prijs van twee tot zes weken later aan een hartaanval te sterven. Bij dieren zijn de tijden natuurlijk navenant anders, maar in principe werkt het bij hen op dezelfde manier.

In de conflict-actieve fase vormen zich zweren in de kransslagaders, die gepaard gaan met sterke steken in het hart, angina pectoris. De inwendige afschilfering van de plaveisellaag zorgt er nu voor dat het lumen van de kransslagaders tijdens de ca-fase veel groter is dan normaal. Daardoor kan er een veel grotere hoeveelheid bloed per minuut doorheen stromen en gepompt worden dan voorheen. De prestaties, niet alleen van het hart maar van het hele organisme, worden dus sterk verhoogd tijdens deze fase. Het individu dat tijdens de DHS op het verkeerde been werd gezet (conflict shock) krijgt zo een tweede kans om zijn rivaal te verslaan.

Tijdens de genezingsfase ontstaat cerebraal oedeem in de temporale hersenen, met zwelling van de kransslagader "intima" (dat eigenlijk plaveiselachtig slijmvlies is), in het gebied van de zweren. Hierdoor ontstaat kransslagadervernauwing, waarvan men ten onrechte dacht dat het de oorzaak was van het 2-6 weken na het oplossen van het conflict opgetreden hartinfarct.

Op het hoogtepunt van de genezing, als het lichaam veel water heeft opgeslagen, zien we de epileptoïde crisis, die bij elke ziekte andere symptomatologie heeft. In het geval van het coronaire ulcus gebeuren noemen we het myocard infarct. Het doel ervan is het oedeem door het organisme zelf een halt toegeroepen wordt, tegen wordt gegaan. Als de patiënt deze crisis overleefd heeft en de toestand stabiel blijft, d.w.z. zonder paniek en zonder conflictrecidief, dan heeft de patiënt meestal zijn hele "ziekte" grotendeels overleefd.

Het overgrote deel van de sterfgevallen bij hartaanvallen gebeurt tijdens deze epileptoïde crisis.  Dit komt omdat de patiënt in deze crisis het hele verloop van zijn conflict in snelle beweging herbeleeft. Vandaar de hevige angina pectoris pijn bij een hartaanval.

In de schoolgeneeskunde geloofden we altijd dat we dit hartzeer moesten "behandelen", om de patiënt pijnvrij te maken. Dat was een grote vergissing. We slaagden erin de patiënt pijnvrij te maken, maar hij stierf in het proces. We wisten niet dat deze angina pectoris in de epileptoïde crisis zijn beslissende effect op de overleving zou hebben. We wisten niet dat deze angina pectoris in de epileptoïde crisis een biologisch doel had, die allesbepalend was voor het overleven. Want het “ordelijke, juiste verloop" van de epileptoïde crisis beslist over de “juiste, ordelijke uitdrijving van het oedeem" en dus over overleving. In de Germanische Heilkunde geven we daarom alleen cortisone als dat nodig is.

Maar wat gebeurt er als het conflict helemaal nooit opgelost kan worden? Er zijn twee mogelijkheden: Of het individu vecht en sprint met volle conflictsterkte steeds opnieuw tot hij uiteindelijk van uitputting sterft, of door zijn tegenstander wordt gedood, of het individu komt in het reine met zijn conflict (b.v. Beta-wolf). Het conflict transformeert naar beneden, is altijd matig actief. Het individu heeft dan voortdurend lichte angina, maar kan er mee leven. Zoiets noemen we een "hangend conflict". Dit betekent: De rechtshandige man zou quasi geblokkeerd zijn op de rechter hersenhelft, en voortaan reageren op de linker (vrouwelijke) kant van de hersenen, en ook daar een mogelijk verder conflict ondervinden.

Het is duidelijk dat dit ook gevolgen heeft voor het dagelijks leven en men kan aannemen dat zo'n man, bijvoorbeeld, in het sociale leven binnen zijn groep heel andere taken moet vervullen, die niets te maken hebben met de gebruikelijke normen waarmee mannen gewoonlijk gemeten worden. Het individu kan de volle leeftijd bereiken, maar is levenslang quasi "cerebraal gecastreerd".

Bij wolven mag zo'n Beta-wolf zijn staart niet hoog dragen, mag hij zijn poot niet optillen om te plassen, mag hij niet grommen in aanwezigheid van de baas. Zo'n Beta-wolf heeft niets meer met de wolvinnen te maken, mag niet met ze paren. De Beta-wolf - overgebracht naar de menselijke sfeer - is homo.

Maar het is juist deze mogelijkheid die Moeder Natuur bedacht heeft om de sociale structuur van een roedel te vormen. Deze mogelijkheid heeft dus ook duidelijk zijn biologische doel - juist onder deze omstandigheden! Natuurlijk kan zo'n individu nooit meer een baas positie innemen, dan zou het onmiddellijk sterven aan een hartaanval.

Een andere mogelijkheid zou zijn: Het individu trekt zich terug "uit concurrentie", namelijk wanneer het, naast het territoriale conflict aan de rechter temporale zijde van de hersenen, een tweede corticaal conflict actief ondergaat in het territoriale gebied van de linker hersenhelft. Zo'n persoon of dier is "gek", een clown, de "hofnar" van de baas - geen concurrentie voor hem.

Maar ook dit heeft zijn speciale biologische doel: in geval van een catastrofe, als de roedelleider bv. door een wild zwijn is verscheurd, en er geen jonge (cerebraal ongecastreerde) wolf als opvolger beschikbaar is, is dit exemplaar in schizofrene constellatie de enige die in staat is de roedel tijdelijk of zelfs permanent te leiden, want door de schizofrene constellatie had hij praktisch geen conflictmassa opgebouwd, zodat hij niet aan een hartaanval hoeft te sterven, zoals onvermijdelijk zou zijn bij beta wolven.

Bij myocard infarcten onderscheiden we echter het rechts cerebraal aangestuurde, zogenaamde kransslagader-infarct van het links cerebraal aangestuurde zogenaamde slagader-infarct, met zweren van de slagaders in de ca-fase, milde angina pectoris, en zwelling van het slagader-slijmvlies in de genezingsfase.

In de epileptoïde crisis, 2-6 weken later, volgt dan acute tachycardie of tachyaritmie die uitgelokt wordt door het linker cerebrale snelle ritmecentrum van het hart, of ventriculaire flutter met longembolie, echte "trombus emboli". Deze zijn echter niet afkomstig van diepe beenaders, zoals tot nu toe algemeen werd aangenomen, maar van coronaire aderzweren die aan het genezen zijn.

We noemen dit proces "pulmonaal embolisch acuut slagader-infarct". Hieraan lijdt altijd een rechtshandige vrouw in de epileptoïde crisis, na een seksueel conflict "van niet gedekt zijn", met op het organische niveau een zweer in de baarmoederhals(mond).

Hier is links- of rechtshandigheid van centraal belang, want een linkshandige vrouw krijgt bijvoorbeeld tijdens een seksueel conflict geen baarmoederhals(mond)zweer, maar wel een kransslagaderzweer (samen met een depressie), en in de genezingsfase (epileptoïde crisis) een brachycardie, brachyaritmie of hartstilstand (zgn. kransslagaderhart-infarct).

Een linkshandige postmenopauzale oude vrouw, daarentegen, krijgt tijdens een territoriumconflict een baarmoederhals(mond) zweer.

De linkshandige man echter lijdt tijdens een territoriumconflict aan een slagaderzweer, en in de genezingsfase (epileptoïde crisis) aan het acute slagaderinfarct, wat de rechtshandige man, en de linkshandige vrouw, alleen in een schizofrene constellatie na een territoriumconflict kunnen oplopen.

De vraag hoe een conflict wordt waargenomen (mannelijk of vrouwelijk) en waar het dan in de hersenen inslaat, hangt niet alleen af van de huidige hormonale situatie (postmenopauze, zwangerschap, anticonceptiepil, eierstoknecrose, enz.), maar ook van de handigheid van de patiënt.

Met deze hulpmiddelen, d.w.z. de kennis van de regelmaat en de kennis van de typische symptomen van het beloop op de drie niveaus (psyche - hersenen - orgaan), is het nu voor het eerst in de geneeskunde mogelijk om causaal en quasi reproduceerbaar op een zinvolle manier te werken.

Pas door de Germanische Heilkunde kunnen we de onderlinge verbanden rond het hart voor het eerst goed begrijpen en hebben we er geen hypothesen meer voor nodig, want hartdiagnostiek zonder kennis van deze onderlinge verbanden is een onmogelijkheid! We hadden ons bijvoorbeeld voorgesteld dat de prikkel voor de gladde hartmusculatuur van de boezems (sinusknoop) "overgebracht" zou worden op de AV knoop voor de dwarsgestreepte musculatuur van de ventrikels. Eigenlijk had men al lang geleden moeten weten dat dit niet waar was, want als de sinusknoop met elektrische prikkels (pacemaker) werd geprikkeld, werd de prikkeling niet doorgegeven aan de ventrikels. Je moest de ventrikels apart prikkelen.

Myocard infarct kan ook alleen begrepen worden als men weet dat er, ontwikkelings- en evolutiegewijs, een "hartrotatie" heeft plaatsgevonden. De vroegere rechter hartbuis is nu het linker hart, en de vroegere linker hartbuis is nu het rechter hart. Natuurlijk zou men ook de conflictinhoud moeten begrijpen ("Ik voel me overweldigd") en het conflictmechanisme met inbegrip van de klaptest, d.w.z. de betekenis van de handigheid, om de conflictmassa te kunnen inschatten. Vervolgens moet men in staat zijn een hersen-CT te lezen. De cardiologische tovenaarsleerlingen wisten dat allemaal niet, ze behandelden gewoon blindelings er op los. De mislukkingen van de cardiologen waren astronomisch!

Het myocard infarct (= necrose van de dwarsgestreepte hartspieren) moet gescheiden worden van coronair infarct. Het coronaire infarct is de epileptoïde crisis van de coronaire ulcus-SBS bij een territoriaal conflict (ectodermaal, of corticaal periinsulair rechts). Het myocard infarct daarentegen, kan opgevat worden als “hartspier epilepsie" van het dwarsgestreepte deel van de hartspier. De Hamerse Haard bevindt zich zowel in het centrum van de motorische cortex als in het hersenmerg centrum van de grote hersenen, het grote relais voor de hele dwarsgestreepte musculatuur.

Het zogenaamde myocard infarct is dus de epileptische krampaanval in de pcl-fase na voorafgaande gedeeltelijke verlamming van een deel van de hartspier met necrose (myocardiale necrose) van dit spiergebied.

De schoolgeneeskunde construeerde het vroeger op deze manier met vele hypothesen als volgt:

Het hartaanval met myocardiale necrose zou veroorzaakt worden door de verstopping van een coronair bloedvat, waardoor een bepaald spiergebied niet langer van zuurstof werd voorzien en dus necrotiseerde. Dat was een avontuurlijke constructie, zoals we nu weten. Want men kont veel dingen niet verklaren, b.v. uit dierproeven:

  1. Als je bij dierproeven de coronaire bloedvaten chirurgisch achter elkaar afknoopt met een zekere afstand ertussen, gebeurt er niets met het dier, maar de zogenaamde collaterale vaten (bypass vaten) verzekeren probleemloos de verzorging van de hartspier.
  2. Niemand heeft ooit kunnen verklaren waarom het hartaanval bij deze presentatie acuut-dramatisch verloopt.
  3. Door coronaire angiografie weten we al lang dat de hypothese van "coronaire verstopping" ten tijde van het hartaanval grotendeels onjuist was.

Het is waar dat vanaf het moment van conflictolyse (oplossing van het conflict) van het territoriumconflict, het begin van een intima zwelling in het coronaire bloedvat optreedt maar het zorgt in de meeste gevallen niet voor een totale afsluiting van het coronaire bloedvat op het moment van het myocardinfarct, tenzij er oud littekenend eelt bij komt. En zelfs in de gevallen waarin occlusie optreedt, veroorzaakt het niets, zoals we uit dierproeven weten, en leidt het zeker niet tot hartspier necrose, zoals wel beweerd is. De hele hypothese-constructie was gewoon verkeerd, want we hadden nooit de correlaties gekend zoals ze door de Germanische Heilkunde werden aangetoond.

In de schoolgeneeskunde was het hart een speciale discipline: cardiologie. Helaas zat 80-90% er naast. Het waren niet de feiten die helemaal fout waren, maar de hypothetische, diagnostische en prognostische koppeling die fout was. Natuurlijk kon je feiten meten, bloeddruk; met het ECG kon je vaststellen of de prikkel zich gelijkmatig over het hart verspreidde; met de hartkatheter kon je de intracardiale druk meten; met coronaire angiografie kon je coronaire kaliber variaties vaststellen. Maar omdat de oorzaken niet bekend waren, maar allemaal hypothesen waren, was uiteindelijk bijna alles fout. Niet alleen dat, wat de tovenaarsleerlingen aan het doen waren was uiterst gevaarlijk. Want bij elk onderzoek en elke ingreep aan, rond of vanwege het hart, kon een DHS (aanval tegen het hart) ontstaan en gebeurde dat ook bijna regelmatig.

Daarna ging alle verdere cardiologische behandeling op het hartfobie spoor. Als er bovendien een syndroom optrad, wat bijna altijd het geval was en is bij intramurale ziekenhuisopnamen, dan doemde de totale catastrofe op. Want nu groeide er een mesothelioom, in sommige gevallen alleen op het buitenste hartzakje, maar meestal op de buitenkant en de binnenkant, en als er tijdelijk een oplossing kwam en het syndroom bleef bestaan, was de (iatrogene) dood voorbestemd.

De meeste patiënten krijgen een DHS met een mentale aanval tegen het hart als ze de diagnose krijgen "Uw ECG is verkeerd" of "Er is iets mis met uw hart". Maar ook heel veel hartaanvallen zijn de oorzaak van een dergelijke DHS.

In de conflict-actieve fase probeert het organisme zich tegen deze aanval te beschermen door een inwendige versterking op het pericard (hartzakje) te bouwen, een z.g. mesothelioom, dat nu gedeeltelijk over een groot oppervlak groeit, maar ook grotere compacte tumoren kan vormen (zelden). Als het al ooit ontdekt werd, werd het meestal beschouwd als een zogenaamde "metastase".

In de genezingsfase vormt zich vocht - zoals bij alle kleine hersenen aangestuurde tumoren. In het borstvlies noemen we dit pleurale effusie, in het peritoneum (buikvlies) = ascites, in het pericard (hartzakje) = pericardiale of effusie van het hartzakje. Zulke effusies komen echter alleen voor bij een syndroom! Anders noemen we het pleuritis, pericarditis....

Omdat het pericard vaak in het midden gescheiden is, kan men een rechter en ook een linker pericardiale effusie hebben. Als het pericard niet gescheiden is, is er circulaire pericardiale effusie of pericardiale tamponade. Pericardiale tamponade is een van de meest voorkomende (iatrogene) doodsoorzaken. Omdat de patiënt tijdens de genezingsfase ongemak heeft, lusteloos is, moe, kortademig, kan zelfs nachtelijk zweten hebben, vaak heel hevig (tuberculose genezing), wordt de pericardiale effusie meestal pas in deze tijd ontdekt. Echter: pericardiale effusie alleen bij syndroom!

Het pericardiale mesothelioom behoort tot het middelste kiemblad, veroorzaakt in de conflict-actieve fase celvermeerdering van het adenoïde celtype en breekt deze in de genezingsfase weer af door mycobacteriën (indien aanwezig).

De coronaire zweren behoren tot de buitenste kiemblad, veroorzaken celvermindering in de conflict-actieve fase en vullen de zweren in de genezingsfase aan, met behulp van virussen (als die bestaan!). Daarentegen behoort myocardiale necrose tot het grotehersenen-mesodermale-hersenmerg.

Zo onbekend als het pericardiale mesothelioom was, was vroeger ook de oorzaak van pericardiale effusie, bijna altijd verkeerd geïnterpreteerd als "hartfalen". Dit is meestal een conflictrecidief voor een nieuw pericardiaal mesothelioom (met syndroom!) Dit kan zelfs het beginpunt worden van een vicieuze cirkel waar de patiënt dan heel moeilijk weer uit kan komen. Want met het nieuwe DHS stopt de genezing, d.w.z. de effusie gaat weer terug. Als de patiënt te horen krijgt dat de effusie is teruggetrokken ("omdat de goede therapie gewerkt heeft"), krijgt hij meestal een oplossing voor dit recidief en komt de effusie terug, d.w.z. de genezing begint weer intensiever. Na verdere recidieven krijgt de patiënt uiteindelijk een stuwing en daardoor een sterk verminderde cardiale output.

Andere diagnoses die het gevolg zijn van een pericardiale effusie zijn bijvoorbeeld:

"Uw hartklep sluit niet meer" (veroorzaakt door de effusie). Ook hier is het risico van een DHS of recidief zeer groot. De patiënt kan dan bijvoorbeeld een ‘inbreuk op de eigenwaarde’ conflict krijgen over de hartprestaties, organisch een necrose van de binnenwand van het hart (endocard) of van de hartkleppen, zodat de diagnose uiteindelijk "schijnbaar" juist is. Als de patiënt namelijk al eerder een DHS in dezelfde of een soortgelijke situatie heeft ondergaan, is hij er allergisch voor. Dit betekent dat alles wat in de toekomst met zijn hart te maken heeft, hij met een nieuwe DHS (hartspoor) zal beantwoorden, ook al kan de inhoud van het conflict anders zijn.

Het mooie is echter dat we nu het mechanisme kennen, dat we volgens de basisgegevens (DHS, conflictoplossing) kunnen berekenen wanneer de patiënt wat kan verwachten. Met de hersen-CT hebben we een zeer betrouwbare methode in handen om alle voorzorgsmaatregelen te nemen om bijvoorbeeld de epileptoïde crisis te voorkomen die bij coronaire hartziekten kan optreden. De hersen-CT verschaft ons een zeer betrouwbare methode om voorzorgsmaatregelen te nemen, zodat we een epileptoïde crisis, bijvoorbeeld, die in het geval van een coronaire zweer tot een hartaanval leidt, van tevoren kunnen onderscheppen. Door het hersenoedeem onder controle te houden en de patiënt niet pas per ambulance naar het ziekenhuis te rijden nadat hij thuis is omgevallen, maar door hem van tevoren op te nemen zoals een vrouw die aan het eind van de zwangerschap gaat bevallen, hem te kalmeren en het dreigende infarct te verzachten, zodat de patiënt het goed kan overleven. 

(Let op: ook hier is er gevaar voor een syndroom!).

De Germanische Heilkunde is een empirische natuurwetenschap. Het heeft geen dogma's nodig, geen hypothesen of zogenaamde statistische waarschijnlijkheden. Het is op zichzelf helder en logisch, gemakkelijk te begrijpen en te vatten voor ieder normaal intelligent mens, omdat het zich committeert aan de wetenschappelijke wetten van de causale logica.


Belangrijke aanvullende opmerking:

Een actief territoriumconflict bepaalt het individu tot de "tweede baas" of "hoofdassistent", het wordt daarbij gedegradeerd zodat het door het actieve territoriumconflict alleen aan de linker (vrouwelijke) kant van de hersenen kan werken. Gewoonlijk heeft zo'n individu bij een conflict niet zoveel kracht en uithoudingsvermogen als een linkshandig individu dat zijn linker hersenhelft afsluit en dan "volle kracht" kan geven. Aan de andere kant heeft het rechtshandige individu meer kans om in een "hangend conflict" als "tweede baas" te overleven. De meerderheid is zo'n "tweede baas". In de wolvenroedel zijn 80% van de mannelijke wolven zogenaamde "beta wolven" en homo. Moeder Natuur heeft het zo geregeld dat deze "verslagen" wolven niet bij de eerste de beste gelegenheid samen de opperwolf aanvallen, zoals psychologen zouden kunnen veronderstellen, maar integendeel, ze houden van de opperwolf en verdedigen hem zoals de schildknapen in de Middeleeuwen hun opperridder verdedigden. Dit is het biologische doel van de "verslagen" wolf, die instinctief zijn hangende territoriumconflict pas aan het eind van zijn leven oplost, omdat hij anders aan een hartaanval zou sterven. Dan ook als er geen baas meer is, lost hij het niet op, maar neemt de alfawolvin tijdelijk de leiding van de roedel over tot ofwel:

  • een wolvenprins wordt opgevoed zonder conflicten of
  • een vreemde wolf de hoofdfunctie overneemt of
  • een geconstelleerde wolf wordt opperhoofd door beide conflicten tegelijk op te lossen, omdat conflicten in de corticale constellatie bijna geen conflictmassa opbouwen.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer 

Vertaling: Nederlandse werkgroep