Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Diverse oogaandoeningen - en hoe ze ontstaan

De moderne geneeskunde was vergeten de individuele patiënt werkelijk te onderzoeken, niet alleen zijn organen, maar ook zijn psyche en hersenen. Daardoor hebben ze nooit een verband kunnen vinden tussen psyche en organen, en vooral nooit tussen conflicten en organen.

Met het gereedschap van het vak, d.w.z. de kennis van de 5 Biologische Natuurwetten van de Germanische Heilkunde en de kennis van de bijbehorende typische symptomen van het verloop op de 3 niveaus: Psyche - Hersenen - Orgaan, is het nu voor het eerst mogelijk in de geneeskunde causaal en quasi reproduceerbaar te werken op een zinvolle manier.

Het is de indeling volgens de ontwikkelingsgeschiedenis of de embryologie! Als we al deze verschillende tumoren, zwellingen, zweren of functionele veranderingen indelen volgens deze ontwikkelingsgeschiedenis of volgens de criteria ervan, de verschillende zogenaamde kiembladen, dan ordent alles zich plotseling als vanzelf.

Volgens de zogenaamde ijzeren regel van kanker en de wet van de tweefasigheid van alle ziekten als het conflict opgelost is, is dit de allereerste systematische classificatie in de hele geneeskunde.

Het DHS (conflict shock) is de spil geworden van de gehele Germanische Heilkunde. Het is prachtig dat we nu echt kunnen rekenen en begrijpen. We moeten voor dit moment van het DHS mentaal in de huid van de patiënt kruipen en ons voorstellen hoe de algehele situatie was in de seconde van het DHS. Waarbij de conflictinhoud op het moment van het DHS zowel de lokalisatie van de Hamerse Haard (HH) in de hersenen bepaalt (z.g. schietschijfconfiguratie) als de kanker of kanker-equivalente ziekte, d.w.z. kanker-achtige ziekte bij het orgaan.

De biologische conflicten zijn allemaal archaïsche conflicten, die analoog op mensen en dieren van toepassing zijn. In het verleden dachten we dat de zogenaamde "psychologische conflicten", of liever psychologische problemen, de enige belangrijke conflicten waren. Dat was een vergissing. Veranderingen in de hersenen worden alleen veroorzaakt door de biologische conflicten, bij mens en dier.

De 2e Biologische natuurwet, de wet van de tweefasigheid van alle ziekten, stelt dat elke ziekte een conflict-actieve fase (ca-fase) en een conflict-opgeloste fase (pcl-fase) heeft - op voorwaarde dat het conflict opgelost wordt.

Uit de 3e Biologische natuurwet, het ontogenetisch bepaalde systeem van tumoren en kankerequivalenten, weten we dat alle oude hersenen aangestuurde organen celvermeerdering (tumoren) veroorzaken in de conflict-actieve fase, terwijl alle grote hersenen aangestuurde organen celvermindering (necrose, zweren, gaten of functieverlies) veroorzaken in de conflict-actieve fase. 

Dit omvat, onder andere, visuele stoornissen.

In het geval van een “angst-in-de-nek” conflict, wat zijn HH heeft in de visuele cortex van de hersenen, hebben we te maken met gewisse definitie moeilijkheden zodra we van kankerequivalent spreken, omdat de neurologen ons uitleggen dat de staafjes en kegeltjes van het netvlies in principe nog steeds bij de hersenen horen. In elk geval is het zeker dat op psychologisch en cerebraal niveau precies aan alle 5 biologische natuurwetten van de Germanische Heilkunde voldaan wordt. Zoals bekend kruisen de optische zenuwvezels elkaar gedeeltelijk. De linker visuele cortex ontvangt alle stralen die van rechts komen (en op de linker netvlieshelften van beide ogen vallen), de rechter visuele cortex ontvangt alle stralen die van links komen (en op de rechter netvlieshelften van beide ogen vallen). De vezels uit de fovea centralis behoren echter tot de laterale helft en leiden de beelden dus overwegend naar de gelijkzijdige visuele cortex.

Om de psychologische kant van de biologische conflicten te kunnen begrijpen, moet men ze ontwikkelingsgewijs kunnen terugvoeren, samen met de manifestatie van de organen. Al de namen van deze biologische conflicten zijn zo gekozen dat ze zowel voor het zoogdier (echt) als voor ons mensen in een mogelijk figuurlijke zin geldig kunnen zijn.

Angst in de nek-conflict (van een ding) betekent een gevaar dat men niet onder ogen kan zien, dat voortdurend dreigt of van achteren op de loer ligt, en dat men niet van zich af kan schudden.

In de conflict-actieve fase HH in de rechter of linker visuele cortex occipitaal, voor de netvlieshelften. Het resultaat is een progressief verlies van gezichtsvermogen in een bepaald netvliesrelais.

In de genezingsfase vormt zich het obligate oedeem niet alleen in de HH van de visuele cortex, maar ook tussen de sclera en het netvlies, wat leidt tot de zogenaamde netvliesloslating. Hoewel dit een goed genezend symptoom is, en ook omkeerbaar als het conflict niet te lang duurt, d.w.z. vanzelf weer wegtrekt, is er aanvankelijk een dramatische verslechtering van het gezichtsvermogen door deze zogenaamde netvliesloslating - of beter: netvliesterugtrekking.

Bij laterale netvliesloslatingen, met meerdere recidieven, die leiden tot optische verlenging van de oogbol, doordat de netvliesloslating door middel van occlusie tussen het netvlies en de sclera wordt gefixeerd, is bijziendheid (schijnbaar te lange oogbol) het gevolg.

Bij dorsale netvliesloslatingen, met verschillende recidieven, en het daaruit voortvloeiende onderhoud tussen het netvlies en de sclera, waarbij de oogbol optisch korter wordt, is verziendheid het gevolg (oogbol blijkbaar te kort).

Als beide visuele cortexen aangetast zijn, d.w.z. dat er twee HH actief zijn in de rechter en linker visuele cortex (corresponderend met twee conflicten van angst in de nek), bevindt de patiënt zich in een zogenaamde schizofrene constellatie en heeft hij een achtervolgingswaan, die echter niet zo gek is als we vroeger dachten, maar die in feite een poging voorstelt om van de angst in de nek af te komen, d.w.z. om het conflict op te lossen. De patiënt vermijdt consequent alle gelegenheden, hoe klein ook, door zijn "waan", die we tot nu toe gewoon niet begrepen.

Angst in het nek-conflict (voor het roofdier) of met een bijzonder aspect, waarbij het paramediane deel van de visuele cortex is aangetast, betekent dat de angst achter het oog gevoeld wordt, als het oriëntatiecentrum van het bewustzijn (alles achter het hoornvlies is "vanachter").

In de conflict-actieve fase is er een gedeeltelijke vertroebeling van het glasvocht. De biologische zin hiervan is dat, bij meestal opzij kijkende ogen van de prooidieren, het gevaar van achteren quasi-obscuur of verduisterd wordt, maar het zicht naar voren op de vluchtweg vrij blijft, zodat het prooidier veilig zijn vluchtweg naar voren kan vinden zonder voortdurend in paniek achterom naar het roofdier te kijken. Er is een "vertroebeling" van het achterwaartse zicht, een gedeeltelijke vertroebeling van het glasachtig lichaam, zogenaamd "glaucoom". Dit is de reden waarom slechts een deel van het glasachtig lichaam vertroebeld is (knipperlicht verschijnsel). De roofdieren kunnen het zich veroorloven met beide ogen vooruit te kijken, want ze hoeven veel minder bang te zijn voor een ander roofdier.

Tijdens de genezingsfase neemt ook de glasvochtvertroebeling weer af, met vorming van glasvochtoedeem, een zogenaamde glaucoomvorming, een verhoging van de druk in het oog. Vaak duwt het oedeem naar achteren door het gat waar de oogzenuw het oog binnenkomt. Laserbehandeling is niet toegestaan, noch in de ca-fase, noch in de genezingsfase, want dit zou het glasachtig lichaam onherstelbaar vernietigen.

Voorbeeld: Een patiënte maakte een aanranding mee waarbij een man haar in het donker probeerde te verkrachten op weg naar huis van de metro. Ze had meteen verschillende conflicten. Toen ze weg wilde lopen en de man van achteren kwam, kreeg ze een angst-in-de-nek conflict van de rover (de verkrachter). De patiënte kreeg jarenlang recidieven, d.w.z. het conflict bleef jarenlang actief omdat ze steeds dezelfde ondergrondse naar haar werk moest nemen en steeds dezelfde weg naar huis had. Zelfs in de winter, als het vroeg donker werd, zag ze achter elke struik een verkrachter op de loer liggen. Ze had geen idee dat het dit conflictspoor was dat haar glasvocht vertroebelde (glaucoom).

In het geval van de ooglens, die niets met de visuele cortex te maken heeft maar conflictueus correspondeert met een zeer sterk visueel scheidingsconflict (wanneer men iemand uit het oog verliest), zien we in de conflict-actieve fase necrose van de lens, eigenlijk geclusterde zweren, omdat de lens uit geleiachtig doorzichtig plaveiselepitheel bestaat.

De Hamerse Haard bevindt zich hier in het sensorische cortex centrum de nervus trigeminus V1 (ophtalmicus) in het cerebrum lateraal, temporaal. De biologische zin is dat, hoe vreemd het ook klinkt, je met je ogen iemand die van je wegloopt verder kunt volgen met een genecrotiseerde lens dan met een intacte lens. Daardoor kan de getroffene nog beter in de verte zien. En in de genezingsfase, als het uit het oog verloren individu (mens of dier) weer terug is, wordt de lens tijdelijk troebel (als teken van genezing), wat we dan een cataract (staar) noemen. Als dit conflict maar één keer gebeurt, klaart de lens weer op. Maar als er verschillende recidieven zijn en het genezingsproces wordt opgeschort, wordt de vertroebeling steeds meer. Dit wordt in de huidige geneeskunde echter niet begrepen, vooral omdat de patiënt bang is blind te worden. Als men dienovereenkomstig zou wachten, zou de lens ook spontaan opklaren, op voorwaarde dat het conflict definitief opgelost blijft.

Het zogenaamde glaucoom, de verhoging van de intraoculaire druk van de achterste oogkamer, kan alleen optreden in de genezingsfase van de glasvochtophoping. Maar glaucoom is altijd een teken van de genezingsfase. In de pcl fase van lensulcera (cataract of staar) is er geen drukverhoging van de voorste oogkamer omdat de vloeistof wordt afgevoerd.

Bij hoornvlieszweren is het onderliggende conflict een sterk visueel scheidingsconflict (iemand uit het oog verliezen). In de genezingsfase worden de hoornvlieszweren weer opgevuld met tijdelijke hoornvliesondoorzichtigheid: keratitis (trachoom).

Het epitheliale ulcera van de oogleden en het bindvlies gaat ook gepaard met een scheidingsconflict. Zweren van de oogleden en het bindvlies ontstaan in de conflict-actieve fase: schilfering. In de genezingsfase treden roodheid van de oogleden (blepharitis) en roodheid van het bindvlies (conjunctivitis) op.

In een ulcus lacrimal klier-Ca (traanbuisgang) vinden we altijd een conflict van gezien willen worden of niet gezien willen worden, met een HH fronto-lateraal-basaal. In de conflict-actieve fase vormen zich zweren in de ectodermale afvoerkanalen van de lacrimale klieren. In de genezingsfase zwelt het slijmvlies in de afvoerkanalen op, waardoor congestie en ernstige zwelling van de hele lacrimale klier ontstaat. Dit lijkt een tumor van de lacrimale klier te zijn, maar in feite is het dat niet.

Daarentegen heeft de lacrimale klier Ca (acinair deel) zijn relais in de hersenstam (pons), behoort dus tot de oude hersenen (binnenste kiemblad) en veroorzaakt dus - net als alle oude hersenen aangestuurde organen - celvermeerdering (tumoren), in de conflict-actieve fase. Hier ligt het conflict van het niet te pakken kunnen krijgen van de brok, want men wordt niet gezien en dus overgeslagen.

Voorbeeld: Een kunstschilder kan geen galeriehouder vinden, zijn schilderijen worden niet gezien, hij kan niets verkopen en dus de brok (opbrengst van de verkoop) niet te pakken krijgen.

D.w.z. biologisch: Bij dieren is een brok die ze niet te pakken kunnen krijgen, eigenlijk een stuk voedsel. Bij mensen kan het net zo goed de opbrengst van de verkoop zijn (schilderijen), waarmee ze uiteindelijk hun voedsel moeten verwerven. Maar als niemand belangstelling heeft voor zijn schilderijen, krijgt hij geen geld (brokken) en kan hij geen voedsel kopen. Maar als de linker traanklier aangetast is, dan staat het idee dat de schilderijen niet verkocht worden, dat wil zeggen, dat ze zich in het atelier opstapelen, op de voorgrond.

Er zijn ook acini (meibomkliertjes) in de lacrimale klieren die het lacrimale vocht produceren. In extreme gevallen vergroten deze uit tot een compacte tumor die het ooglid naar buiten kan doen uitpuilen. In de genezingsfase zijn zowel inkapseling als verbazing (caseatie) met etterige afscheiding mogelijk (koud abces), etterende tranen (veroorzaakt door schimmels en schimmelbacteriën). Bij totale caseatie (recidief) van de kliercellen ontstaat cystische fibrose van de lacrimale klieren, d.w.z. een opdrogen van het lacrimale vocht.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer 

Vertaling: Nederlandse werkgroep