Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Multiple sclerose (MS) - motorische en sensorische verlamming

Tot nu toe werd onze schoolgeneeskunde ingedeeld volgens organen, die min of meer naast elkaar lagen.

In de Germanische Heilkunde is de enige zinvolle indeling, en dus van de geneeskunde als geheel, de (evolutionaire) ontwikkelingsgerichte indeling naar kiembladverwantschap. Kiembladgerelateerde conflicten hebben ook kiembladgerelateerde hersenrelais, in het geval van conflicten zogenaamde Hamerse Haarden (HH), hebben betreffende kiembladgerelateerde organen, en hebben kiembladgerelateerde histologische formaties.

Alle cellen of organen die zich uit het buitenste kiemblad (ectoderm) ontwikkeld hebben, vertonen celvermindering (zweren) in de conflict-actieve fase, of, in het geval van de z.g. kankerequivalente ziekten, alleen functievermindering of functieverlies, b.v. verlamming.

Ze worden kankerequivalente ziekten genoemd omdat ze in de conflict-actieve fase geen kankertumoren of necrose vertonen. Daartoe behoren diabetes, glucagon-insufficiëntie, visuele en auditieve stoornissen en evenzo ook motorische verlamming.

In het geval van motorische conflicten hebben we bepaalde definitie moeilijkheden, want enerzijds zien we alleen een verlies van functie, als motorische verlamming, maar anderzijds bemerken we een zogenaamde spieratrofie in het betreffende orgaan, de spier, die tot het middelste kiemblad behoort.

Omdat de spier niet meer geïnnerveerd wordt, atrofieert hij - zo hebben we het ons tot nu toe voorgesteld. Het is echter ook mogelijk dat het een overkoepelend proces is dat - wat het buitenste kiemblad betreft - gelijkwaardig is aan kanker, d.w.z. dat het alleen een verlies van functie veroorzaakt. Maar tegelijkertijd behoort de spier tot het middelste kiemblad en is van het type dat aangestuurd wordt door het hersenmerg van de grote hersenen, dat necrose veroorzaakt in de conflict-actieve fase. Met andere woorden, de spiervezels vergaan, wat precies is wat we spieratrofie zouden noemen. We zien dit overlappende systeem ook in de vrouwenborst, waar de zweren van de melkklieren strikt op één lijn liggen met de door de kleine hersenen aangestuurde borstklieren links en rechts.

Het verbaast ons dan ook niet als we ook een overlappend systeem vinden tussen corticale motorische verlamming, die we toeschrijven aan het buitenste kiemblad, en in de zogenaamde spieratrofie, die we moeten toeschrijven aan het middelste kiemblad, die aangestuurd wordt door het hersenmerg van de grote hersenen. Deze koppeling, of misschien kunnen we het een complex proces noemen, was tenslotte de reden voor de onjuiste diagnoses van "multiple sclerose", waarvan de "demyelinisatie haarden" vaak de bijbehorende spiergroepen en bijbehorende skeletdelen aantastten, die we ten onrechte als de oorzaak van de motorische of sensorische verlammingen hadden beschouwd.

Het was al lang mogelijk om bepaalde organen of orgaan innervaties toe te wijzen aan het motorische en zintuiglijke corticale centrum. Op dezelfde manier wisten we van de gevoeligheid van de huid en de controlerelais ervan in het sensorische corticale centrum van de beide hersenhelften. Helaas ging deze kennis weer op wonderlijke wijze verloren, want de neurologen zochten onbegrijpelijk genoeg altijd naar MS in het hersenmerg, waar ze deze “demyeliniatie haarden" en deze kleine plaques of glia verdichtingen vonden die op de hersen-CT of op de NMR te zien waren en dachten dat die de oorzaak waren van zogenaamde MS. Natuurlijk was dit maar half juist: het was de genezen (geheelde) HH van de trofiek van de overeenkomstige musculatuur.

Het is waar dat patiënten met een motorische verlamming vaak ook te lijden hebben onder een inbreuk op hun eigenwaarde als gevolg van deze verlamming (organisch: spiernecrose en bot-osteolyse). Als ze eindelijk in het reine gekomen zijn met hun verlamming en hun conflict over de inbreuk op hun eigenwaarde weer opgelost of gecompenseerd hebben, dan worden deze kleine glia haarden gevonden als de overblijfselen van deze botrelais in het hersenmerg als teken dat de spier of het bot (= spiernecrose of botosteolyse) zich weer opgebouwd hebben.

We kunnen dus concluderen dat MS nooit bestaan heeft in de zin die we geloofd hadden. Daarom spreken we in de Germanische Heilkunde niet meer van multiple sclerose, maar van motorische of sensorische verlammingen, die we precies kunnen toewijzen aan de homunculus in het motorische en sensorische corticale centrum, waarbij elke spier een corticale innervatie heeft en een trofische innervatie vanuit het hersenmerg, d.w.z. gewoonlijk twee Hamerse Haarden.

De conflictinhoud is altijd een conflict van

  • Niet in staat zijn te ontsnappen of mee te komen (benen),
  • je niet kunnen verzetten of vasthouden (armen),
  • niet kunnen uitwijken (rug- en schouderspieren) of
  • niet weten hoe te bewegen (verlamming van de benen).

In de conflict-actieve fase, die begint met het DHS en afhankelijk is van de intensiteit van het conflict, neemt de motorische verlamming toe. Er gaan steeds minder of geen impulsen meer uit voor de dwarsgestreepte spieren van het centrum van de motorische cortex van de grote hersenen. Afzonderlijke spieren, spiergroepen of hele ledematen kunnen aangetast zijn. De verlamming is echter niet pijnlijk. Als de verlamming langer duurt, is er een grote kans op een tweede conflict en dus een schizofrene constellatie!

Een van de meest voorkomende tweede conflicten is de diagnose van de dokters:

"Je hebt MS en zult nooit meer lopen!" of iets dergelijks.

Daardoor krijgt de patiënt onmiddellijk te maken met het secundaire conflict van nooit meer kunnen lopen, dat meestal defintief veroorzaakt wordt door het geloof van de patiënt in de "diagnose" - die in werkelijkheid niet waar zou zijn geweest - maar door het geloof quasi als een posthypnotisch engram (geheugenspoor) blijft hangen, en zo zeer moeilijk toegankelijk maakt voor therapie.

Ongeveer 70 tot 80 % van onze zogenaamde dwarslaesie patiënten behoren waarschijnlijk tot deze categorie. In zulke gevallen moet men altijd rechercherend te werk gaan, precies uitzoeken wanneer die verlamming ontstond. Men kan niet langer alles wat niet verklaard kan worden eenvoudigweg afdoen als dwarslaesie of als een beknelling van de zenuwwortels.

Een klein meisje had een massale DHS opgelopen toen ze paravertebralis (naast of langs de wervelkolom) tussen de schouderbladen tegen pokken was ingeënt. Het kind was kort daarna verlamd in alle vier de ledematen. De dokters vermoedden ten onrechte een tumor in het ruggenmergkanaal, d.w.z. onvolledige dwarslaesie. Zo bleef het conflict actief, want ze manipuleerden voortdurend dezelfde plek.

Kinderen die met verlamming geboren worden, hebben in de baarmoeder een ernstig conflict DHS geleden, dat het motorisch of zintuiglijk centrum getroffen heeft.

Vaak maakt de diagnose MS het eerste conflict voor de patiënt volkomen irrelevant, omdat zijn of haar eigen ziekte nu op de voorgrond treedt. Maar door het actieve tweede conflict blijft de verlamming dan bestaan.

Nu zijn er twee soorten verlamming:

motorisch, dat we toewijzen aan het centrum van de motorische cortex van de gyrus praecentralis, en

zintuiglijk, dat we kunnen toewijzen aan het centrum van de zintuiglijke cortex van de gyrus post-centralis, in welk geval de weg van de afferente geleiding geblokkeerd is.

Het conflict is de angst om-niet-te-kunnen-opmerken of -voelen,

Het conflict is de angst om-een-gevaar-niet-op-te-merken of niet-te-kunnen-voelen, d.w.z. de angst om-het-tijdig-op-te-merken, wat in de natuur dodelijk is; dan verder de angst om-het-lichaamscontact-te-verliezen, of verlatings(angst)conflict: conflict om-in-de-steek-gelaten-te-worden, isolatieconflict: conflict om-geen-contact-meer-te-hebben-met-de-leden-van-de-familie, roedel, horde, kudde, enz. Deze conflicten (met DHS) veroorzaken zintuiglijke verlamming.

Als het motorisch conflict opgelost is, krijgen de schietschijf ringen in de hersenen oedeem. Daardoor lijkt de motorische functie tijdelijk te verslechteren in deze pcl-fase (genezingsfase). Bovendien treden er ongecontroleerde stuiptrekkingen op.

Een epileptische aanval met spierkrampen komt ook altijd voor. Corticale epileptische crises, d.w.z. die welke hun oorsprong vinden in een Hamerse Haard in de hersenschors, kunnen zich uitbreiden tot de hele cortex en tonisch-clonische convulsies, tongbijten, schuimen op de mond, met de tong klapperen, enz. veroorzaken.

In zijn essentie is de epileptische crisis een schokaanpassing van het organisme, waarbij geprobeerd wordt het intra- en perifocale oedeem van de HH eruit te drukken, omdat anders het corresponderende relaiscentrum bijna verstikt door het te grote oedeem, waardoor de functie niet gegarandeerd is. Na deze epileptische crisis keert de spier-innervatie langzaam terug.

De epileptoïde crisis na het oplossen van een zintuiglijk conflict bestaat uit een afwezigheid die zelfs dagen kan aanhouden zonder dat er sprake is van een echt coma. De patiënten zijn half aanspreekbaar, kunnen eten en komen dan weer volledig bij bewustzijn zonder dat er iets gedaan is, behalve cortisone toediening (om de zwelling van het hersenoedeem te verminderen). Elk biologisch speciale programma heeft zijn eigen specifieke soort en vorm van epileptische crisis. In het geval van motorisch conflict is het, zoals ik zei, de typische epileptische aanval, in het geval van zintuiglijk conflict is het de afwezigheid.

Er zijn echter ook andere klinische beelden met motorische of zintuiglijke tekorten: Bij de ziekte van Parkinson, bijvoorbeeld, wordt het conflict bijna voortdurend opgelost, maar komt het nooit tot een einde. We spreken dan van een "opgeschorte genezing", die overeenkomt met een chronisch-terugkerend conflict, behalve dat de tijdsverdeling anders is.

Met andere woorden, er is een voortdurende genezing, alleen gevolgd door korte terugvallen van het conflict.

De Parkinson tremor is een vorm van genezing, meer precies, een genezing van een motorisch conflict van de handspieren (iets-niet-vast-kunnen-houden). 's Nachts droomt de patiënt regelmatig zijn conflict opnieuw, slechts kort maar heftig. De genezing duurt 23 uur en misschien 58 minuten, de herhaling van het conflict duurt maar 2 minuten, en toch komt er aan deze genezing geen einde.

Bij gezichtsverlamming, d.w.z. verlamming van de innervatie van de gezichtsspieren, is er altijd een onderliggend conflict van "gezichtsverlies" of “voor-schut-gezet-worden”. Vaak ten onrechte een "infarct" genoemd. Na oplossing van het conflict keert de innervatie van de gezichtsspieren terug. Ook hier bestaat het gevaar van een tweede conflict, want de patiënt meent nu dat hij door de gezichtsverlamming "(schijnbaar) zijn-gezicht-verloren” heeft.

Het verschil met de zogenaamde wit of rood infarct is dit:

Het witte infarct resulteert in verlamming (paralyse) bij het DHS, meestal door een paracentraal conflict. De patiënten zijn bleek, koud, in sympathicotonie. Ze bevinden zich dus in de conflict-actieve fase.

Het rode infarct betekent altijd dat de patiënt al in de genezingsfase is en dat de verlamming het gevolg is van oedematisatie van het motorische relais. In dit geval kan de HH zich ook bijvoorbeeld in het hersenmerg onder de cortex bevinden en slechts tijdelijk het corticale relais betrekken in het perifocale oedeem. De patiënten hebben het warm, hebben hersenoedeem, hebben eetlust, slapen goed en veel, dus zijn duidelijk in de genezingsfase, d.w.z. in vagotonie.

Zintuiglijke stoornissen, die meestal alleen opgemerkt worden als de patiënt daarnaast ook verlammingen heeft, zijn niet noodzakelijk het gevolg van een Hamerse Haard in de cortex, zoals in het geval van een witte infarct (actief), maar kunnen ook veroorzaakt worden door een oedeem onder de cortex, b.v. in het hersenmerg en zijn dan alleen van voorbijgaande aard. (Aandacht, epilepsie).

Nogmaals ter verduidelijking:

Verlammingen:

= centrum van de motorische cortex van de gyrus praecentralis.

Er komt geen motorische code meer uit, zolang er conflict-activiteit is. Conflict is de conflictueuze “angst-om-verbannen-te-worden", de angst om niet-te-kunnen-vluchten of -ontwijken.

Zintuiglijke stoornissen

= zintuiglijke cortex centrum van de gyrus postcentralis

De weg van afferente geleiding is geblokkeerd.

Het conflict van het zintuiglijk centrum is het conflict van de “angst-om-niet-op-te-merken of te-kunnen-voelen” = scheidingsconflict of afgescheiden-willen-zijn conflict.

De motorische en zintuiglijke conflicten zijn kankerequivalenten. Ze hebben een DHS, ze hebben een Hamerse Haard, ze vertonen sympathicotonie in de conflict-actieve fase en vagotonie en hersenoedeem in de genezende fase. Ze vertonen allebei functionele tekorten in de conflict-actieve fase. Bij motorische conflicten met motorische verlamming zien we altijd de epileptische aanval in de genezingsfase, terwijl we bij zintuiglijke conflicten met zintuiglijke verlamming (noot van de werkgroep: zintuiglijke stoornissen, gevoelloosheid) een afwezigheid zien.

De Germanische Heilkunde is geen geloofsleer, maar het is een nieuwe allesomvattende biologische visie die op elk moment en in elk geval volgens de regels van de wetenschappelijke denkcategorieën bewezen en gereproduceerd kan worden. Zelfs het mentale onderscheid tussen psyche, hersenen en orgaan is slechts academisch fictief.

In werkelijkheid is alles één, en het één zonder het ander is zinvol ondenkbaar.

***

Basisinformatie over motorische verlamming van de willekeurige, dwarsgestreepte spieren

We kennen mechanisch opgewekte verlammingen (b.v. dwarsleasie), toxisch veroorzaakte  verlammingen of chirurgisch veroorzaakte verlammingen. Daarnaast zijn er ook verlammingen die voorbijgaand van aard zijn die veroorzaakt worden door hersen-oedeem in de omgeving van de verlammingen.

Alle andere motorische verlammingen die in de schoolgeneeskunde bloemrijke namen hebben (multiple sclerose, spierdystrofie, spieratrofie, ASL = amyotrofische laterale sclerose of het zogenaamde "witte of bleke" infarct) zijn allemaal een en dezelfde.

Het ontstaan van motorische verlammingen kan verklaard worden volgens de 5 biologische natuurwetten van de Germanische Heilkunde, en ze kunnen ook verdwijnen met het begrip van deze 5 biologische natuurwetten.

Bij alle motorische verlammingen hangt het, net als bij verlammingen van het beendergestel of zintuiglijke verlammingen, af van de links- en rechtshandigheid van de getroffene:

Bij rechtshandigen hebben alle spieren aan de rechterkant te maken met partners, alle spieren aan de linkerkant met kinderen of de eigen moeder.

Bij linkshandigen hebben alle spieren aan de linkerkant van het lichaam te maken met partners, die aan de rechterkant met kinderen of de eigen moeder van de patiënt.

In het geval van bilaterale verlamming zijn beide groepen altijd betrokken geweest bij het DHS (op zijn minst in gedachten).

Elke spier en elke spiergroep heeft zijn eigen conflictbetekenis:

Met de strekzijde van het been, bijvoorbeeld, duwt de rechtshandige de partner weg, met de buigzijde omarmt hij hem.

De enige uitzondering is wanneer een bepaalde spier toevallig plaatselijk wordt aangetast, b.v. doordat iemands voet in de autogordel blijft haken, waardoor hij zijn hoofd hard stoot. Natuurlijk, als het de linkervoet van een rechtshandige is, heeft dat niets te maken met zijn kinderen of zijn moeder.

Hoewel de spier een mesodermaal orgaan is dat het biologische doel aan het eind van de genezingsfase heeft, komt de innervatie zonder uitzondering uit het centrum van de motorische cortex (hersenschors, gyrus praecentralis). We noemen dit "orgaancomplex" daarom een soort gemengd type.

Zonder uitzondering kent elke pcl-fase (genezingsfase), tenzij ze vooraf onderbroken wordt, b.v. door een terugval, natuurlijk een epileptische crisis met tonische, clonische of tonisch-clonische krampen of convulsies op het hoogtepunt van de pcl-fase. Het oude idee was onjuist dat hersencellen tijdens deze epileptische aanvallen vernietigd werden. Feit is alleen dat de aangetaste Hamerse Haarden (HH) in de hersenen steeds meer littekens vormt, maar dit is ook het geval bij alle andere Zinvolle Biologische Speciale Programma's (SBS) met frequente recidieven.

De toewijzing van de motorische en zintuiglijke relais aan de spier- en huidgebieden, en de toewijzing van de occipitale cortex aan het netvlies (visuele cortex), was ongeveer het enige dat we zeker hadden kunnen weten vóór de Germanische Heilkunde.

Hoe onbezorgd en eenvoudig van geest onze hersenchirurgen met deze facultatieve kennis omgingen, blijkt uit het feit dat ze overal in het land probeerden “epileptische haarden" te opereren, wat natuurlijk altijd leidde tot een onherstelbare verlamming van de getroffen spiergroepen.

Het biologische doel van dwarsgestreepte spieren - in tegenstelling tot gladde spieren! - is altijd aan het eind van de pcl-fase, als de spiernecrose overgecompenseerd is door "meer dan voorheen" en het individu sterkere spieren heeft dan hij of zij voorheen op dit punt zou hebben gehad.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Vertaling: Nederlandse werkgroep