Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Borstkanker
de meest voorkomende kanker bij vrouwen

Qua gewaarwording lokaliseert de vrouw haar band met het kind en met haar partner hoofdzakelijk in haar borst. Daarom is een borstziekte ook de meest voorkomende ziekte bij vrouwen.

Ingevolge de Germanische Heilkunde maken we onderscheid tussen twee soorten borstkanker:

  1. de zogenaamde borstklierkanker, medisch ook adenoïde mammacarcinoom genoemd, voelbaar als een stevige compacte knobbel en
  2. de zogenaamde kanker van de melkkanalen, medisch ook intraductaal carcinoom genoemd - eigenlijk een intraductale zweer - waarin in de conflict-actieve fase niets te voelen is. De patiënt voelt hooguit een licht trekkend gevoel in het getroffen gebied van de borst.

Daarnaast zijn er natuurlijk de normale huidcarcinomen op de buitenste huid van de borst, die op dezelfde manier ook op de rest van het lichaam voorkomen, samen met neurodermatitis van het plaveiselepitheel van de huid. 

In principe zijn de conflicten 

  • voor carcinoom van de borstklieren altijd een conflict van geschil of een conflict van zorg
  • voor de ductale melkkanaal zweren altijd een scheidingsconflict.

Nu weten we dat er rechtshandige en linkshandige mensen zijn. Iedereen kan dit voor zichzelf uitzoeken: Klap in je handen zoals in het theater. De bovenste hand is de leidende hand, d.w.z. hij bepaalt de handigheid. Ligt de rechterhand bovenop, dan ben je rechtshandig; omgekeerd, ligt de linkerhand bovenop, dan ben je vanuit de hersenen linkshandig. Deze test is heel belangrijk om uit te vinden op welke hersenhelft iemand werkt, want er zijn veel omgeschoolde linkshandigen die zichzelf als rechtshandig beschouwen. Eenvoudig gezegd: het rechter cerebellum (kleine hersenen) en cerebrum (grote hersenen) zijn vooral verantwoordelijk voor de linkerkant van het lichaam, en omgekeerd - het linker cerebellum en cerebrum voor de rechterkant van het lichaam.

In het geval van de rechtshandige vrouw kan men in beknopte vorm zeggen:

De linkerborst is verantwoordelijk voor het kind en de moeder van de vrouw en het nest (flat, huis), en de rechterborst voor de partner (echtgenoot of vriend) of ook de partners, d.w.z. alle andere mensen (vader, broer of zus, schoonmoeder, baas, buren, enz.) - behalve kleine kinderen of mensen die als kinderen worden gezien en dieren horen erbij.

Als een rechtshandige vrouw borstklierkanker in haar linkerborst heeft, dan heeft ze ofwel een conflict van bezorgdheid over haar kind, over haar moeder of over haar nest. Is het daarentegen een melkkanaal-zweer, dan heeft de vrouw een scheidingsconflict met haar kind, met haar moeder of met haar nest.

Bij de linkshandige vrouw is het andersom:

De rechterborst is voor het kind, de moeder van de vrouw en het nest, en de linkerborst is voor de partner(s) zoals hierboven).

Dus als ze borstklierkanker heeft in de rechter borst, dan is dat een zorgconflict voor haar kind, haar moeder of voor haar nest. Heeft ze een zweer van het melkkanaal van de rechterborst, dan heeft ze een scheidingsconflict met het kind, haar moeder of haar nest.

Zoals de inhoud van het conflict verschillend is voor de twee soorten borstkanker, zo liggen natuurlijk ook de relais, de plaatsen in onze computerhersenen, op verschillende plaatsen in onze hersenen.

De relais voor borstklierkanker bevinden zich in het laterale buitenste cerebellaire (kleine hersenen) gebied en behoren tot het middelste kiemblad.

De relais voor zweren in de melkgangen bevinden zich in het sensorische centrum van de hersenschors en - zoals in het begin vermeld - aan de tegenovergestelde kant van het orgaan.

Borstklierkanker behoort tot de kankers die aangestuurd worden door de oude hersenen, d.w.z. die volgens het ontogenetische systeem van kanker en kankerequivalent SBS (3e biologische wet van de natuur) zorgen voor celvermeerdering in de conflict-actieve fase.

Daarentegen zijn de melkkanaal zweren een gebeurtenis die aangestuurd wordt door de kleine hersenen, die zweren, d.w.z. weefseldefecten, veroorzaken in de conflict-actieve fase.

In de genezingsfase wordt alles omgedraaid:

De compacte tumoren die in de conflict-actieve fase door celvermeerdering gegroeid zijn, worden weer verkaasd en afgebroken door microben, als die aanwezig zijn, b.v. schimmels of schimmelbacteriën, zoals tuberculose, terwijl in het geval van de grote hersenen aangestuurde weefseldefecten de reconstructie in de genezingsfase door celvermeerdering plaatsvindt. Hiervoor worden alleen zogenaamde virussen (als ze bestaan!) als hulpmicroben gebruikt. Dit is de operatie van de natuur!

De schoolgeneeskunde kende de verbanden niet, kon geen onderscheid maken tussen de conflictactiviteit en de genezingsfase en beschreef eenvoudig alles wat celvermeerdering of weefselveranderingen veroorzaakte als kwaadaardig. Zweren daarentegen, die tijdens de conflict-actieve fase celverkleining veroorzaken, werden als goedaardig beschreven.

Voorbeeld: Een zuigeling van een moeder viel uit haar arm, stootte zijn hoofd op de vloer en was een tijdje bewusteloos. De moeder, die rechtshandig is, leed aan een biologisch moeder/kind conflict van de linkerborst met een DHS (Dirk Hamer Syndroom). Uit deze DHS groeide een adenoïde borstklierkanker in de linkerborst van de moeder, d.w.z. het borstklierweefsel vermenigvuldigde zich.

Dit is geenszins iets zinloos dat het organisme van de moeder hier doet door extra borstklierweefsel aan te maken, want het doel is duidelijk om de zuigeling, die als gevolg van dit ongeluk een ontwikkelingsstoornis doormaakt, te helpen door hem meer moedermelk te geven. Op deze manier probeert het organisme van de moeder de ontstane schade te compenseren.

Zolang het conflict voortduurt, groeit de zogenaamde borstkliertumor, d.w.z. de melkproductie gaat door. Pas op het moment dat de baby weer helemaal beter is, wordt het conflict opgelost, d.w.z. de groei van de borstklier stopt. Het effect: de moeder heeft veel meer melk aan de zogenaamd zieke kant dan voorheen, en dat hoewel ze in sympathicotonie is, d.w.z. in de conflict-actieve fase.

We zien dat de veranderingen die we ziekten noemen eigenlijk precies het tegenovergestelde van ziekten waren, namelijk: een heel zinvol proces in de wisselwerking van de natuur, b.v. tussen moeder en kind en moeder en partner.

Een andere vrouw die een conflict met haar man had en borstkanker had ontwikkeld vóór de eerste drie maanden van de zwangerschap, die ook na de zwangerschap weer oplaaide, had nog lange tijd melk aan de rechter partnerborst, terwijl de melk aan de linkerborst allang was opgedroogd. Aan het eind van de borstvoedingsperiode werd de borstklierkanker door tuberculose en het gebruikelijke nachtzweten verkaasd en weer afgebouwd.

Dit proces kan echter, maar hoeft niet, gepaard gaan met pijn, de zogenaamde cerebellaire pijn, die we ook in de rest van de menselijke lederhuid aantreffen, en vooral sterk, bijvoorbeeld, bij gordelroos. Vrouwen spreken dan van sterke, mesachtige pijn op de plaats van de knobbel, de zogenaamde littekenpijn. Op een computertomogram (CT) van de borst zien we op het eind een holte op de plek waar daarvoor de borstknobbel zat. Dit is de biologische vorm van progressie, zoals die in het geval van bijvoorbeeld primitieve volkeren nog steeds de regel is.

Bij vrouwen in zogenaamd beschaafde landen vinden deze processen meestal plaats buiten de borstvoedingsperiode. Dus als een vrouw in de beschaving een moeder/kind conflict heeft terwijl ze geen borstvoeding meer geeft, groeit zo'n borstkliergezwel en imiteert het doel van het meer melk willen geven aan de zuigeling, die als kind aanwezig is maar meestal niet meer als baby. Dit is wat onze moderne geneesheren ertoe gebracht heeft deze tumor te beschouwen als iets volkomen zinloos, ziekelijks, als een ontaarding van de natuur, omdat ze het begrip van de oorspronkelijke bedoeling kwijt waren.

Maar deze processen voltrekken zich ook analoog in een vrouw in onze beschaving, ook al geeft de vrouw geen borstvoeding, en in de genezingsfase - als het zover komt - wordt de tumor weer verkaasd en afgebroken door tuberkelschimmel bacteriën (als die aanwezig zijn). Als er geen tuberkelschimmel bacteriën aanwezig zijn, blijft de knobbel voortdurend aanwezig, kapselt zich in, maar verkaasd natuurlijk niet meer.

Maar hoe kan iemand dan überhaupt sterven aan borstkanker, vraag je je misschien af?

Als we zeldzame, zeer lange conflicten, die in zeldzame gevallen tot de dood kunnen leiden, buiten beschouwing laten, moeten we zeggen dat de iatrogene, d.w.z. door medische incompetentie opgewekte paniekconflicten in de nasleep van een borstkankerdiagnose (kankerangst paniek, doodsangst paniek, ineenstorting van het gevoel van eigenwaarde), enz. die dan een nieuwe kanker uitlokken, in de schoolgeneeskunde genoemd: ("metastasen") - die vandaag de dag helaas de regel zijn - en waaraan men heel gemakkelijk kan sterven. Met de eigenlijke, oorspronkelijke ziekte heeft dit alles echter niets meer van doen.

Dus, terwijl we in het geval van borstklierkanker een toename van het borstklierweefsel zagen in de conflict-actieve fase, zien we in het geval van een SBS van de melkkanalen in de ca-fase zweren, celafname in de bekleding van de melkkanalen.

Psychologisch is er altijd een scheidingsconflict: hetzij van moeder/kind of van vrouw/moeder of van de partner. We moeten ons dit proces vrij realistisch voorstellen, alsof deze individuen met lijm aan elkaar vastgeplakt zitten, en er een stukje van de buitenste huid afscheurt als ze van elkaar loskomen, zoals we meestal op de rest van de huid zien bij het klinische beeld van neurodermatitis. Deze zweren zijn één symptoom. Het andere symptoom is sensorische verlamming van de melkkanaaltjes.

Als de sensorische verlamming zich uitstrekt tot de buitenste huid van de borst, heeft de patiënt helemaal geen gevoel meer bij de tepel. Dit proces wordt zelden opgemerkt, terwijl bij carcinomen van de borstklieren, afhankelijk van de grootte van de borst en de plaats van de aangetaste plek, de knobbel al na een paar weken gevoeld kan worden.

Een uitzondering in het geval van melkkanaalkanker is de zogenaamde cirrotische knobbel, die ontstaat als het conflict vrijwel onbeperkt voortduurt. Het zou ook litteken verkrimpende kanker genoemd kunnen worden. Zo'n cirrotische kanker kan soms op het mammogram als een verdichting of compressie gezien worden. Kleine kalkspetters zijn vaak ook kenmerkend.

Als het scheidingsconflict opgelost is, zien we nu een complicatie verschijnen die biologisch gezien helemaal niet de bedoeling was, want in de genezingsfase zou de zuigeling normaal aan de melk zuigen. Er wordt nu weliswaar geen melk meer geproduceerd, maar er worden wondafscheidingen aangemaakt die vaak niet kunnen wegvloeien en daardoor raakt de borst gezwollen, heet en rood en zwelt in korte tijd op. De borst wordt dus pas groter bij het begin van de genezingsfase, terwijl dat bij borstklierkanker andersom was.

De borstafscheiding is een verheugend teken en betekent dat de afscheiding uit de tepel naar buiten lekt of zelfs afdruipt, d.w.z. de aangetaste melkkanalen zijn niet helemaal dichtgezwollen, maar de afscheiding kan naar buiten geleegd worden. Wat onaangenaam is, is dat de gevoeligheid nu terugkeert, meestal zelfs overmatig, zodat we spreken van overgevoeligheid (hyperaesthesie). Soms merkt de patiënte ook een inwendige inkrimping van de borst als het conflict lang heeft geduurd.

Chirurgie mag alleen worden uitgevoerd als het redelijk lijkt, als spontane genezing te lang zou duren of als er secundaire conflicten zijn ontstaan. Als de patiënte zich bijvoorbeeld misvormd voelt door het knobbeltje en er is een melanoom ontstaan door een DHS en / of om de een of andere reden barst het bovenliggende plaveiselepitheel, dan hebben we een open, boterachtige, stinkende borst, die ongemak kan veroorzaken. Hetzelfde gebeurt als de borst geopend is door een punctie of insnijding.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer

 Vertaling: Nederlandse werkgroep