Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Het melanoom - huidkanker van de onderhuid

Rond de tijd van onze evolutionaire geschiedenis, toen onze primitieve "voorouders" het milieu van water begonnen te verruilen voor dat van land, op het moment dat de kleine hersenen in opbouw waren, had het individu een huid nodig die niet alleen stabiliteit bood, maar ook kon afschermen tegen overmatige zonnestraling, uitdroging kon voorkomen, enz. Ik zal dit orgaan hier aanduiden als de mesodermale kleine hersenen-huid.

Deze huid hoefde geen grote mechanische belasting te doorstaan. Het individu kon zich echter wel al op een wormachtige krioelende manier voortbewegen. De huid had de niet-specifieke, zog. "protopatische sensibiliteit"; d.w.z. ze voelde extreme druk en temperatuur, dus was ze al aanpasbaar en reactief als de omgevingsomstandigheden extreem veranderden. Deze huid sloeg de melanoforen op, die met hun pigment vooral het UV-licht van de zon konden afschermen. Bovendien had deze huid de mogelijkheid om, via de zweetklieren, een vloeibare film over de huid te leggen om verdampingskoeling te produceren en zo verbranding van de huid te voorkomen. Het individu was dus al vrij goed beschermd tegen dreigende gevaren van de levenssfeer.

Als de integriteit van het individu door een aanval of verminking zodanig was aangetast dat een biologisch conflict op gang kwam, dan bouwde het individu een soort beschermende muur op de plaats waar het was aangevallen en versterkte als het ware de muur aan de buitenkant, vergelijkbaar met een ringvormige stadsmuur.

Dus als deze stadsmuur - om bij het beeld te blijven - verwond, ontsierd of vernield werd, reageerde het individu met melanoom of met amelanotisch melanoom, dat zijn niet-pigmentaire melanomen, d.w.z. een versteviging van het geleide deel van de stadsmuur. We zien melanotische melanomen als een moedervlek toevallig betrokken is bij de lokalisatie van het gevoel van misvorming, d.w.z. als ze pigment bevatten en dan zwart of blauw zijn.

Na de vorming van deze cerebellum-huid, waarvan we het relaiscentrum vinden in het mediaal-posterieure en laterale cerebellum (in het geval van een conflict hebben we een conflict van schending van de lichamelijke integriteit en in het verdere geval een bezoedelingsconflict), werd het zoogdiergedrag gevormd. Logischerwijze werd ook de borstklier in de huid verplaatst. Bijgevolg is de borstklier een instulping van deze hersenhuid, waaruit de zuigeling dan zijn melk kan zuigen.

De enige huid in deze oude ontwikkelingsperiode, namelijk de coriumhuid met de melkklieren, had, vanuit sociaal oogpunt, zowel een afbakenende als een verbindende functie tussen de leden van de familie. Daarom lokaliseert de vrouw, ook nu nog, haar band met het kind en met haar partner zeer overheersend in haar borst. Daarom is borstziekte ook de meest voorkomende ziekte bij vrouwen (conflict: moeder/kind of partnerconflict).

De inhoud van het conflict vereist natuurlijk een zekere bezigheid met de ontwikkelingsgeschiedenis, dan kunnen we ook het biologische conflict begrijpen, b.v. in het geval van melanoom: conflict van "misvormd/gekwetst voelen".

Een voorbeeld: iemand stond net op het punt de deur uit te gaan, een ander in de ruzie zegt: "Jij varken!" De patiënt meldde: "Dat raakte me als een pijl tussen de schouderbladen" (DHS), en precies op deze plek bouwt het organisme dan een melanoom, quasi als versterking, om zich na de DHS te verdedigen tegen de "pijl" en tegen mogelijke verdere pijlen (ontwikkelings-archaïsche vorm van verdediging, toen onze voorouders alleen de coriumhuid = lederhuid bezaten).

Een ander voorbeeld: Een patiënte had twee grote knobbels in haar borst. De ene was er al lang, de andere pas 1 1/2 jaar. Ze was bezig beide conflicten op te lossen toen het volgende gebeurde: Ze ging met haar kind naar de flat van een kennis die ze graag als vriend had gehad. Het was al laat, ze vonden elkaar leuk en besloten samen te slapen. Toen het tot een intieme omhelzing kwam, merkte de vriend dat er een grote tumor in de linkerborst zat en dat de borst misvormd was. Hij beledigde toen de patiënte en ging tekeer dat ze hem had proberen te belazeren en gooide haar midden in de nacht met haar kind uit zijn flat. Hierdoor kreeg de patiënt een DHS. Vanaf dat moment groeide er een melanoom op de plaats waar de twee tumoren de borst naar buiten vervormden, als teken dat je je op deze plaats "misvormd" voelde.

Het is ook belangrijk te wijzen op de vicieuze cirkel waar patiënten vaak in terecht komen, omdat het melanoom op zijn beurt een nieuw misvormings- of ontsieringsconflict kan uitlokken. Dan bouwt het conflict zich psychologisch en organisch meer en meer op, d.w.z. in zeer korte tijd is het hele gebied bedekt met melanoomknobbels. In principe kan de diagnose "melanoom" of zelfs een operatie "ver in het gezonde" hetzelfde mechanisme in werking zetten.

Overigens is melanoom op de huid van de vrouwenborst in principe niet anders dan de zogenaamde herpes zoster (beginstadium) van gordelroos. Dit kan aan één kant of aan beide kanten voorkomen. In het geval van de dubbelzijdige kan het invloed hebben op verschillende segmenthoogten, maar het kan ook cirkelvormig zijn. Bij dit type gordelroos, dat zelfs op het gezicht voorkomt, voelt de patiënt altijd een grootschalige bezoedeling, b.v. van een omhelzing. Kleinere bezoedelingsconflicten van het gezicht zijn, bijvoorbeeld, acne bij pubers.

In de genezingsfase, zolang het buitenste plaveiselepitheel nog intact is, kan het melanoom door tbc verkazen en ook weer verdwijnen, zodat het plaveiselepitheel (buitenste huid) erboven er alleen nog wat rimpelig uitziet, zoals typisch is na elke huidtbc. Bij de zeldzamere chronisch recidiverende melanomen met tbc verdwijnen de blauw verheven onderhuidse gezwellen altijd vanzelf, maar zonder tbc groeien ze steeds een beetje verder.

In de Germanische Heilkunde zijn operaties geenszins principieel en in alle gevallen af te wijzen. Ze moeten alleen individueel en volgens gezond verstand uitgevoerd of geindiceerd worden. Een kleine knobbel in de borst waarvan het conflict opgelost is, is natuurlijk niet zo'n indicatie. Als een vrouw zich echter misvormd voelt door de toestand en het uiterlijk van de borst in het verloop van de ziekte, in principe ongeacht of die in de actieve of in de opgeloste fase is, of als te verwachten is dat ze zich misvormd zal voelen, dan moet voor een operatie worden gepleit. Men moet echter alleen opereren wat absoluut noodzakelijk is, volgens de principes van de Germanische Heilkunde.

Medische behandeling is geenszins het exclusieve domein van de schoolgeneeskunde. Alle geneesmiddelen die symptomatisch goed zijn moeten ten bate van de patiënt gebruikt worden, volgens het criterium of de arts ze ook bij zijn eigen vrouw zou gebruiken. In de Germanische Heilkunde wordt een medicinale behandeling echter alleen gebruikt om complicaties in het natuurlijke genezingsproces te verlichten of te voorkomen. Niet, bijvoorbeeld, om kanker te behandelen, zoals in de schoolgeneeskunde op onzinnige wijze geprobeerd is met zogenaamde chemotherapie of hormoonblokkers. Zo zou een arts uit de Germanische Heilkunde zijn vrouw pijnstillers geven, maar nooit morfine of morfine-achtige stoffen, als hij wist dat hij haar daarmee zou doden. Hij zou zijn vrouw echter zonder aarzelen cortisone geven als ze tijdens de genezingsfase te veel zwelling van de hersenen heeft, die gemakkelijk met cortisone, bv. prednisolon of dexametason, in toom gehouden kan worden, tot Moeder Natuur haar genezingsproces voltooid heeft, zodat we de cortisone weer geleidelijk kunnen afbouwen. Cortisone is echter een contra-indicatie bij het syndroom!

Het verkopen van chemobehandelingen als therapie is tot nu toe misschien wel de grootste fraude in de hele geneeskunde geweest. Chemo - betekent behandeling met celgif dat de celdeling moet tegengaan. Het komt neer op het uitdrijven van de duivel. We weten natuurlijk dat deze celgiffen in de eerste plaats het beenmerg aantasten, wat door voortdurende celdeling de bloedlichaampjes produceert. Daarnaast de voortplantingsorganen, de testikels en de eierstokken, waarvan de eicellen en het sperma ernstig beschadigd worden door de mitose toxine. De spermaproductie komt zelfs tot stilstand, wat kan leiden tot tijdelijke of blijvende onvruchtbaarheid.

Toen men deze dingen begon te onderzoeken en in te voeren in de zogenaamde therapie, dat was nog maar 30 jaar geleden, sprak men niet van een therapie maar dat het leven van een kankerpatiënt nog voor korte tijd verlengd kon worden, ten koste van het beenmerg. De hele zaak wordt echter ronduit misdadig, want de kankers die voor celvermeerdering in de conflictactiviteit zorgen, d.w.z. de tumoren die door de hersenstam en de kleine hersenen worden aangestuurd, reageren praktisch helemaal niet op de chemo-pseudotherapie vanwege de sympathicotonie, de sympathicotonie wordt zelfs versterkt door het celgif - en zo summa sumarum wordt de celgroei zelfs gestimuleerd - en bovendien ten koste van het beenmerg en de hematopoëse (de opbouw van bloedcellen en bloedplaatjes).

In het geval van door de grote hersenen aangestuurde kankers is de toepassing ervan ronduit idioot. Natuurlijk kan chemo - die altijd het beenmerg vernietigt -  elk genezingsproces abrupt stoppen, ongeacht welk hersenrelais het ziekteproces aanstuurde. Maar de vermeende successen van de conventionele dokters liggen in het voorkomen van genezing, die zij als kwaadaardig hadden verklaard.

Volgens de criteria van de Germanische Heilkunde is bestraling volkomen zinloos. De bestralingspseudo-therapeuten gingen er steeds van uit dat men het symptoom moest wegnemen en de verspreiding van uitzaaiingen moest voorkomen. Natuurlijk is dit alles volkomen onzinnig. Veel patiënten bij wie de borsten bestraald zijn of die postoperatief bestraald zijn, hebben ook zo'n stralingsschade aan hun huid dat ze zich extra bezoedeld en misvormd voelen en dan melanoomkanker krijgen.

En het effect van chemo en bestraling op de hersenen is wreed dom en eindigt meestal tragisch. 

Omdat men immers al langere tijd de Hamerse Haarden in de genezingsfase conventioneel geneeskundig verkeerd heeft geïnterpreteerd als zogenaamde hersentumoren, welke ze met deze pseudo therapie hebben behandeld, weten we vrij goed wat hiervan de wrede gevolgen zijn.

De bijzondere weerbaarheid en kracht van de hersenen om met biologische conflicten om te gaan ligt in hun vermogen om de Hamerse Haarden weer te helen. Zoals we weten, doen de hersenen dit met behulp van oedeem in de genezingsfase. Dit oedeem veroorzaakt dat de hersencellen ver uit elkaar getrokken worden, d.w.z. dat de verbinding tussen twee hersencellen, die we synapsen noemen, onder grote spanning komt te staan. Chemo en bestraling veroorzaken ongeveer zichtbaar dat wat een conflictrecidief zou doen, waar we zo bang voor zijn. De genezing stopt en het hele gezwollen relais wordt weer verschrompeld. Het oedeemvocht is verdwenen, maar de Hamerse Haard is daarmee niet genezen, bij lange na niet. En daarmee is de catastrofe van het zogenaamde trekharmonica effect aangevangen.

Omdat het proces in en rond de Hamerse Haard niet genezen is, maar alleen kunstmatig geblokkeerd, probeert het organisme onmiddellijk na elke ronde chemotherapie of bestraling het genezingsproces weer op gang te brengen, d.w.z. de Hamerse Haard weer met oedeem te op te vullen. Steeds weer worden de synapsen, de verbindingen van de zenuwcellen uit elkaar getrokken, en dan schrompelen ze weer bij de volgende ronde chemo en bestraling.

Morfine is rampzalig voor elke patiënt. De natuur voorziet niet in zo'n tussenkomst van buitenaf. De pijn die de natuur aan het individu toebrengt zijn zinvol, hebben een doel. Omdat we morfine en zijn derivaten hebben, ligt de gedachte voor de hand: "We schakelen de pijn uit met morfine en worden toch beter". De berekening klopt niet. Want morfine zet de hele hersenen op zijn kop en de patiënt heeft geen moraal meer en kan vanaf dan zonder wilsbekwaamheid in slaap gebracht worden.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer 

Vertaling: Nederlandse werkgroep