Een compilatie van verschillende

ZINVOLLE BIOLOGISCHE SPECIALE PROGRAMMA'S

volgens de bevindingen van de Germanische Heilkunde® van Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Hodgkin en non-Hodgkin - wat ze gemeen hebben

Ze hebben maar één ding gemeen: Beide zijn genezingsfasen na een voorafgaande biologische conflictschok (DHS). Voor het overige hebben ze totaal verschillende conflictinhouden als oorzaak, behoren ze ook tot verschillende kiembladen, en hebben ze totaal verschillende lokalisaties in de hersenen.

In de schoolgeneeskunde worden ze lymfeklierkanker genoemd. De diagnose wordt altijd gesteld in de genezingsfase = pcl-fase (bij patiënten met klachten) of soms puur toevallig na de genezingsfase (bij patiënten zonder klachten).

De zogenaamde ziekte van Hodgkin hoort bij het middelste kiemblad (grote hersenen-mesoderm) en is in de Germanische Heilkunde een in de pcl-fase onder celmitose opnieuw opgevulde en gezwollen lymfeklier, d.w.z. het conflict moet van tevoren opgelost zijn. Het werd altijd voorafgegaan door een inbreuk op de eigenwaarde conflict van de lichtere soort.

Voorbeeld: Een patiënt heeft bij een voetbalwedstrijd een rib gebroken en kan nu niet meer spelen om het team te helpen winnen, omdat hij weet dat de wedstrijd zonder hem verloren is. "Als me dit maar niet was overkomen, hadden we de wedstrijd kunnen winnen". Dit zou bijvoorbeeld een eigenwaarde-conflict in de partnerrelatie zijn en het schoudergebied aantasten.

Of: Een patiënt gelooft dat hij het examen niet aankan. "Ik kan het niet, ik kom er niet doorheen". In dit geval zou de lies aangedaan zijn, waar tijdens de conflict-actieve fase osteolyse optreedt, maar die meestal niet gezien wordt. Pas als hij toch slaagt voor het examen (conflictoplossing) krijgt hij tijdens de genezingsfase lymfeklieren in de lies - en pas nu wordt de ziekte van Hodgkin vastgesteld.

De lymfeklieren van het bijbehorende skeletdeel zijn aangetast. De inbreuk op de eigenwaarde is slechts iets zwakker dan ze zou zijn als het betrokken bot zelf aangetast was. De lymfeklieren lijden hetzelfde als het bot, namelijk "gaten" of necrose in de conflict-actieve fase. Onder de microscoop ziet zo'n (nog niet vergrote) lymfeklier eruit als een "Zwitserse kaas".

In de pcl-fase (genezingsfase) zwelt, als een goed teken van genezing, de lymfeklier op om de necrose weer op te vullen. Daardoor heeft zo'n lymfeklier celmitose, in tegenstelling tot een lymfeklier in het afvoerende gebied van een abces, die alleen gezwollen is door "overbelasting", d.w.z. dat hij geen mitose heeft en daarom als "goedaardig" beschouwd wordt.

De zogenaamde non-Hodgkin behoort tot het buitenste kiemblad (hersenschors) en is de genezingsfase na een frontaal- of kankerangstconflict of machteloosheidsconflict (men zou toch dringend iets moeten doen) - hier echter afhankelijk van de handigheid, hormonale situatie, schizo constellatie enz. - en tegelijk een van de meest gevreesde vicieuze cirkels.

Frontaalangst is een angst voor iets dat zogenaamd op je af komt rollen en dat je niet kunt ontwijken. Als de weg terug naar achteren ook geblokkeerd is, dan krijgt de patiënt (mens of dier) een extra "angst in de nek" en is hij meteen in fronto-occipitale (van voorhoofd naar achterhoofd lopende) schizofrene constellatie.

Bij mensen en dieren is frontale angst een zeer reële angst, d.w.z. een angst voor een zeer reëel gevaar, voor een aanvallend mens of dier, enz. Pas in tweede instantie wordt het bij ons mensen vaak een angst voor iets denkbeeldigs, dat voor de patiënt niet minder gevaarlijk lijkt dan een aanvallend wild dier: b.v. de dokter heeft een patiënt gezegd: "We vermoeden kanker" of "Je hebt kanker".

Omdat kanker altijd voorgesteld wordt als iets onontkoombaars, iets dat voortschrijdt, ook als een "noodlottige gebeurtenis", hoewel er in werkelijkheid geen gevaar is maar alleen denkbeeldig, maar dit veronderstelde gevaar rolt als een onontkoombaar gevaar op de patiënten af, kunnen ze dus alleen al door de diagnose een overeenkomstig frontaal angstconflict oplopen. Patiënten die volgens de Germanische Heilkunde gediagnosticeerd worden hebben bijna nooit last van zulke kankerangst.

In het geval van frontale sangst of kankerangst worden we in zekere zin teruggevoerd in de ontwikkelingsgeschiedenis naar de archaïsche tijden toen onze voorouders nog in het water leefden. De grootste catastrofe in die tijd was als deze visachtige wezens hun kieuwen door iets verstopt kregen, of als ze op het droge lagen en hun kieuwen aan elkaar kleefden zodat ze niet meer konden ademen.

Het is precies deze oerangst om van lucht verstoken te blijven die we lijden in zulke frontale angstconflicten en analoog in kankerangstconflicten. "Het kneep mijn keel dicht", zeggen patiënten. Als zo'n "kanker-diagnose-conflict" toeslaat, heeft de patiënt natuurlijk onmiddellijk alle tekenen van conflict-activiteit: ijskoude handen, verlies van eetlust, slapeloosheid, dwangmatig conflict-denken enz. In de hals voelt hij echter alleen een licht trekken of knijpen onder de huid.

Als het angst-conflict of de kanker-angst-paniek na een bepaalde periode van vermeend of werkelijk gevaar opgelost is, ontstaan er nu in de genezingsfase zweren (d.w.z. platte weefseldefecten op het kieuwbogen plaveiselepitheel dat de binnenkant van deze in onbruik geraakte buizen bekleedt) in de hals op de plaatsen waar zich tijdens de conflict-actieve fase zweren hadden ontwikkeld in de oude in onbruik geraakte kieuwbogen.

Deze worden in de schoolgeneeskunde abusievelijk centrocysteuze-centroblastische non-Hodgkin lymfomen (geen H.-L.) genoemd, omdat men gedacht had dat het lymfeklieren waren. Deze kieuwboog-vochtcystes worden veroorzaakt door ernstige zwelling van de genezing op de eerder zwerende plaatsen in de niet meer gebruikte met squameus slijmvlies beklede buizen van de oude kieuwbogen.

Dit verhindert de afvoer van vocht en vormt stukjes opgezwollen, met vocht gevulde slang, die ook op bolletjes kunnen lijken en onder de huid liggen, aan weerszijden van de hals voor en achter het oor, vandaar omlaag naar de schouder en vooraan tot in het sleutelbeen en zelfs voorbij het sleutelbeen (ongeveer de breedte van een hand).

Inwendig kunnen ze tot in het middenrif reiken en daar ook dikke vloeibare cysten maken, die dan regelmatig verkeerd geïnterpreteerd worden als "lymfeklierpakketjes".

Bij cysten in het mediastinum, die niet te zien zijn, en als het conflict hier vaak heen en weer wisselt (ca-fase/pcl-fase), gaan de cysten steeds meer indureren (stollen), d.w.z. er vormt zich bindweefsel (littekenweefsel) binnenin, en dit wordt dan in de schoolgeneeskunde gediagnosticeerd als "kleincellig bronchiaal carcinoom".

Verscheidene klinische symptomen zijn typisch voor kieuwboogcysten:

In de eerste helft van het genezingsproces, d.w.z. vóór de epileptoïde crisis, meestal kort na de conflictolyse (conflictoplossing), krijgen de "onwetende patiënten" meestal "uitzaaiingspaniek". Ze denken dat de cysten, die ruw aanvoelen, compacte "knobbels" zijn, "lymfeklieren" of gewoon "tumorgroei".

Door "metastase paniek" (DHS) lijden ze aan hernieuwde kankerangst. Door deze kankerangst paniek wordt de genezingsfase echter onmiddellijk omgekeerd, in conflict-activiteit - en de cysten regressief.

Hetzelfde, zogenaamd gunstige succes wordt ook bereikt met chemo of bestraling van de cysten, met röntgenstralen of kobalt stralen, alleen met dit verschil dat chemo of bestraling geen conflictactiviteit veroorzaakt, maar alleen een genezingsstop! In beide gevallen komt de patiënt onmiddellijk in een vicieuze cirkel terecht. Bij een conflictrecidief door hernieuwde angst voor kanker treedt het volgende op: afbreuk van genezing, regressie van de kieuwboogcysten, verdere uitbreiding van de zweren in de pijpen en buizen van de oude kieuwbogen. Wat overblijft is de "conflictmassa" die psychologisch noch organisch genezen werd door de abrupte beëindiging van de genezing, d.w.z. de uitgestelde maar nog steeds noodzakelijke "restgenezing".

Tegelijk ontstaat er een nieuwe massa conflicten, die later ook door genezing, zowel psychologisch als cerebraal, en organisch doorgewerkt moet worden. Dus als de patiënt erin slaagt weer tot rust te komen, zullen de vochtcystes die nu weer ontstaan als teken van de hernieuwde genezing groter zijn dan voorheen, namelijk door restgenezing plus genezing van de nieuwe paniek.

Natuurlijk wordt de epileptoïde crisis die onvermijdelijk optreedt ook sterker dan ze de eerste keer geweest zou zijn als de patiënt zijn kankerangst tot het einde toe had opgelost zonder een nieuw recidief. Als de patiënte nu weer een recidief van de kankerangst krijgt, met het oog op de nog steeds vergrote vochtcystes, begint het hele spel van de vicieuze cirkel weer opnieuw.

Als de patiënt, b.v. omdat hij de Germanische Heilkunde kent, geen nieuw recidief van de kankerangst krijgt, d.w.z. geen hernieuwde conflictactiviteit, en als er een behoorlijke genezingsfase is, gebeurt het natuurlijk vaak, vooral als de cysten, die als "knobbels" worden ervaren en vaak vrij groot zijn, in de hals (of in het mediastinum) liggen, dat de patiënt het gevoel heeft dat hij zuiver mechanisch minder lucht krijgt. Meestal voelt hij dit alleen zonder dat het echt zo is.

Heel zelden gebeurt het echter echt dat de luchtpijp wordt samengedrukt of zelfs van buitenaf wordt samengedrukt. Er is echter bijna nooit echt gevaar voor verstikking, want de cysten kunnen hooguit plat tegen de luchtpijp drukken.

In de epileptoïde crisis echter kan het subjectieve gevoel of de archaïsch-creatieve angst voor verstikking ronduit overweldigend zijn en de patiënt in hernieuwde vreselijke angstpaniek brengen. Maar gelukkig gebeurt dit alleen in extreme gevallen die ook zeer grote vochtcystes hebben.

Zo'n patiënt tot rust brengen, of uit de paniek halen, of - nog beter - voorkomen dat hij in de eerste plaats in die paniek raakt door hem vertrouwd te maken met de Germanische Heilkunde, is de edelste taak van elke "Iatros" (arts, heler).

Deze patiënten verdoven met medicijnen is onzinnig en meestal alleen maar een teken van onwetendheid, want voor de tijd na de epileptoïde crisis, als de patiënt in het "tweede vagotone dal" valt, kan de voorafgaande verdoving fataal zijn. Chemische verdoving, een soort roes, kan nooit de geruststellende aanmoediging van een mens of de "Iatro" vervangen.

Pas als de patiënten ook door dit "tweede vagotone dal" zijn gegaan, zijn ze echt gezond.

In het geval van chemo en bestraling behaalt de schoolgeneeskundige arts aanvankelijk een Pyrrusoverwinning als de kieuwboogcysten terugvallen. Maar hij heeft het gewonnen tegen de prijs van alleen maar het opheffen van de kuur en de epileptoïde crisis die onvermijdelijk op de kuur volgt, daarnaast wordt het hele organisme vreselijk en meestal onherstelbaar beschadigd. Niet eens de ergste medicynici ooit noemden chemo in alle eerlijkheid een "therapie", maar in het beste geval een korte periode van levensverlenging - maar dan ten koste van het beenmerg. Maar zelfs dat was natuurlijk maar onzin!

Bij de patiënten van wie de kieuwboogcysten met chemo "behandeld" worden, trekken de cysten aanvankelijk terug, zoals ik al zei, maar het genezingsproces wordt slechts geannuleerd, niet beëindigd. Als de chemo stopt, begint de genezing opnieuw en komen de cysten mee terug. Hierdoor komt de patiënt in een permanente vicieuze cirkel terecht waaruit hij meestal geen uitweg meer vindt.

Patiënten met cysten in het mediastinale gebied ondergaan vaak een grote thoracale operatie om het mediastinum van beide kanten te kunnen bereiken. De aankondiging van de operatie alleen is dan meestal een nieuwe DHS voor de patiënt, namelijk een aanval tegen de borstholte. Nu vormt zich een nieuwe kanker, een pleura mesothelioom. Dit carcinoom behoort tot het middelste kiemblad het cerebellaire mesoderm, en zorgt daarom voor celgroei van het adenoïde celtype in de conflict-actieve fase.

De biologische zin is dat het organisme zich tegen de aanval probeert te beschermen door inwendig op het borstvlies een versterking te bouwen, een turfachtig mesothelioom. Het pleurale mesothelioom wordt echter meestal pas opgemerkt nadat een conflict opgelost is. Als de patiënt bijvoorbeeld na de operatie te horen krijgt, "nu is alles in orde", wordt dit aanvalsconflict meestal weer opgelost en dientengevolge krijgt de patiënt dan een pleurale effusie, vaak zelfs een dubbele pleurale effusie, als teken van genezing. Dit komt omdat alle cerebellaire tumoren tijdens de genezingsfase vocht vormen. Bij het borstvlies noemen we dit = pleurale effusie, bij het buikvlies = ascites en bij het pericard = pericardiale of pericardiale effusie.

In de schoolgeneeskunde zijn dit allemaal "metastasen" (die in het huidige inzicht niet bestaan) - maar in werkelijkheid zijn ze een genezingsproces, ook al moet de genezingsfase nog doorlopen worden.

Er kunnen problemen ontstaan als de patiënt in paniek raakt of een nieuw DHS doormaakt, een zogenaamd vluchtelingenconflict met waterretentie in de conflict-actieve fase, waarbij het organisme dan het orgaan, dat al door het oedeem uit de vagotone genezingsfase overstroomd is, als extra waterreservoirs gebruikt, omdat elke druppel water in het vluchtelingenconflict opgespaard en opgepot (opgeslagen) wordt. Dan hebben we plotseling een pleurale effusie die de ademhaling ernstig beperkt en die doorgeprikt moet worden. Een "onschadelijke" transudatieve pleurale effusie (zonder actief vluchtelingenconflict) wordt meestal bijna helemaal niet opgemerkt, omdat het organisme de transudatieve effusie weer opneemt in hetzelfde tempo als waarin ze ontstaat.

Het is zeker niet moeilijk voor te stellen waarom de meeste patiënten binnen enkele weken of maanden sterven aan de paniek en de secundaire conflicten ervan. Daarom had men altijd beweerd dat kanker "kwaadaardig" was, dat het een wild en lukraak woekerend ongecontroleerd gebeuren was dat niemand kon begrijpen.

Kanker en alle andere zogenaamde "ziekten", die we nu begrijpen als onderdelen van Zinvolle Biologische Speciale Programma's (SBS), zijn de meest verstandige, logische en duidelijk begrijpelijke dingen die er zijn. Alles verloopt volgens slechts 5 biologische natuurwetten.

Ook al weten we nu al 20 jaar (let op: dit is een oudere tekst van Dr. Hamer) hoe kanker zich ontwikkelt en hoe hij zo nodig weer kan verdwijnen, toch hebben de patiënten daar op dit moment helemaal niets aan, want zolang de Germanische Heilkunde nog geboycot wordt en niet toegepast mag worden, zullen mensen blijven sterven (meestal aan paniek).

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer 

Vertaling: Nederlandse werkgroep