EEN INLEIDING in de GERMANISCHE HEILKUNDE®
volgens Dr. med. Ryke Geerd Hamer
Het onderscheid met psychosomatiek
Mijn professor in Giessen, Thure von Üxküll, bij wie ik assistent-arts was, schreef een zeer dik standaardwerk over psychosomatiek. Het probleem van sympathicotonie en vagotonie wordt in een paar regels behandeld. Er staat dat dergelijke stoornissen "vegetatieve dystonie" worden genoemd. De psychosomatiek heeft zeker het goede gewild, en heeft ook in veel uitgangspunten de juiste uitgangspunten gehad. Het zou ook onrecht doen aan de vele auteurs als men niet hun grote verdiensten zou erkennen bij het zoeken naar verbindingen tussen de psyche en de organen. Maar het was niet mogelijk er goed mee te werken, omdat duidelijke en tastbare verbanden - zoals die rechtmatig door de Germanische Heilkunde (vroeger: NIEUWE GENEESKUNDE, Germaanse Nieuwe Geneeskunde) worden aangetoond - nooit werden beschreven.
Vanuit de invalshoek van het geheel behandelt de psychosomatiek alleen die ziekten waarbij een vermeend chronisch conflict via het vegetatieve zenuwstelsel leidt tot somatische veranderingen in organen. Om achter deze chronische conflicten te komen die tot een bepaalde ziekte zouden leiden, wordt gewoonlijk de methode van de psychoanalyse gebruikt. Het is dan ook geen wonder dat men tot nu toe tevergeefs heeft geprobeerd individuele stoornissen in verband te brengen met bepaalde conflictconstellaties. Zij heeft evenwel nog geen uniforme regels voor de selectie van organen gevonden.
Zo wordt een astma-aanval typisch geïnterpreteerd als een uitbarsting van tranen, wordt een hoge bloeddruk gelijkgesteld met een ingehouden woede-uitbarsting, worden maagzweren gelijkgesteld met een voortdurend conflict tussen agressieve en vluchtneigingen.
Uit deze voorbeelden moge blijken hoe ver de psychosomatische geneeskunde afstaat van de Germanische Heilkunde (vroeger: NIEUWE GENEESKUNDE, Germaanse Nieuwe Geneeskunde).
Helaas was één van de redenen hiervoor dat de psychotherapeuten te veel in het vaarwater van de psychologen zaten in plaats van op de stevigere grond van de biologie en het gedrags- en primatenonderzoek te staan. Er werd eindeloos gesproken over stresspotentieel of over stressonderzoek, zonder te beseffen dat de stress slechts een gevolg was van het DHS, een symptoom van de ca-fase. In de gangbare boeken over psychosomatiek (Bräutigam, Christian, vom Rad) wordt de term sympathicotonie niet eens genoemd.
Misschien ben ik altijd te veel een natuurwetenschapper geweest voor vage psychosomatiek. Ik ben van mening dat de psychosomatiek geen plaats meer zal hebben naast de Germanische Heilkunde, maar dat deze zal worden opgevuld en toegeëigend door de Germanische Heilkunde met harde, biologische wetten.
Grossart-Maticek (Krankheit als Biographie, 1979) beklaagt zich over de psychosomatische kankeronderzoekers:
De wetenschappers hebben nog geen methode kunnen ontwikkelen om een onderscheid te maken tussen psychosociale conflicten vóór de ziekte en de psychosociale veranderingen na de ziekte. Dit is ook niet mogelijk in de afzonderlijke studies die zijn uitgevoerd, aangezien een onderzoeksprogramma ontbreekt.
Grossart-Maticek ziet hier één kant juist, namelijk dat het moeilijk is om na de diagnose te onderscheiden wat daarvoor al het geval was en wat de klap van de diagnose extra heeft uitgelokt. Hij ziet natuurlijk één ding over het hoofd, want de biologische wetten van de Germanische Heilkunde waren in die tijd nog niet bekend: De patiënt bevindt zich ofwel in een conflict-actieve permanente sympaticotonie van een quasi fysiologische soort om zijn biologisch conflict op te lossen, ofwel hij bevindt zich in een permanente vagotone genezingsfase omdat hij zijn organisme moet regenereren. Beide konden alleen biologisch begrepen worden - noch psychologisch noch psychosomatisch.
Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer
Vertaling: Nederlandse werkgroep