EEN INLEIDING in de GERMANISCHE HEILKUNDE®
volgens Dr. med. Ryke Geerd Hamer
2e Biologische natuurwet
DE WET VAN DE TWEEFASIGHEID
van alle Zinnvolle Biologische Speciale Programma's (SBS), op voorwaarde dat conflictolyse (CL) plaatsvindt
Elke ziekte in de hele geneeskunde is een gebeurtenis in twee fasen, op voorwaarde dat er een oplossing is voor het conflict. In onze medische leerboeken stonden honderden "koude ziekten" beschreven en evenzo honderden "warme ziekten".
De "koude ziekten" waren die waarbij de patiënten een koude buitenhuid hadden, koude ledematen, voortdurend in stress verkeerden, vermagerden, moeite hadden in slaap te vallen en in slaap te blijven.
De andere soort "ziekten" waren die waarbij de patiënten warme of hete ledematen hadden, meestal koorts, goede eetlust, maar zwak en moe waren.
Bij de zogenaamde "koude ziekten" is de daaropvolgende genezingsfase over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd als een op zichzelf staande "ziekte". In het geval van de zogenaamde "warme ziekten", die altijd de genezingsfase na de voorafgaande conflict-actieve fase vertegenwoordigden, was deze koude fase over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd als een "ziekte" op zich.
In de hersenen hebben beide fasen natuurlijk hun Hamere Haard op dezelfde plaats, maar in verschillende toestanden: in de conflictactieve fase altijd met scherp gemarkeerde cirkels, de zogenaamde schietschijfconfiguratie, en in de conflictopgeloste fase is de Hamere Haard opgezwollen, oedematiserend.
Men kan zich misschien afvragen waarom de medische wereld de regelmatigheid van de tweefasigheid van alle ziekten niet allang had erkend, als deze toch zo mooi regelmatig is.
Het antwoord is even eenvoudig als het eerder moeilijk was:
Het was gewoon omdat per slot van rekening slechts voor een deel van de conflicten een oplossing wordt gevonden. Indien het conflict niet kan worden opgelost, blijft de ziekte monofasisch, d.w.z. het individu blijft in de conflictactiviteit, wordt steeds magerder en sterft uiteindelijk door uitputting of cachexie.
Het schema laat zien hoe, door het DHS, het normale dag-nacht ritme een permanente sympathicotonie is geworden, die duurt totdat permanente vagotonie optreedt door conflictoplossing.
Elke ziekte die een conflictoplossing heeft, heeft ook een conflict-actieve fase en een genezingsfase. En elke genezingsfase - tenzij ze wordt onderbroken door een conflict-actieve terugval - heeft ook een epileptoïde crisis, d.w.z. een omslagpunt van de genezingsfase, op het diepste punt van de vagotonie.
De epileptoïde crisis (EK) is een proces dat Moeder Natuur al miljoenen jaren heeft ingestudeerd. Het gebeurt op alle drie niveaus tegelijk. Het doel van deze crisis, die optreedt op het hoogtepunt van de genezingsfase, is dat het hersenoedeem wordt uitgeperst en uitgescheiden en dat de patiënt terugkeert naar zijn normale toestand. Wat wij normaliter een epileptische aanval met spierkrampen noemen, is slechts een speciale vorm van een epileptische crisis, namelijk na het oplossen van een motorisch conflict.
Epileptoïde crises, d.w.z. epilepsie-achtige crises, komen in principe bij elke zogenaamde ziekte, bij alle ziekten, een beetje anders voor. Hier treden geen tonisch-clonische aanvallen op, zoals bij motorische conflicten, maar elk biologisch type conflict en elk ziektetype heeft ook zijn eigen specifieke vorm van epileptoïde crisis. Als de genezingsfase in het algemeen niet geheel ongevaarlijk was bij een aantal ziekten, kan zij hier zelfs dodelijk aflopen als men niet oppast.
Met de epileptoïde crisis heeft Moeder Natuur een zeer doeltreffend instrument geschapen met zeer eenvoudige middelen. De epileptische crisis is een zeer sterke, zij het kortstondige, conflictactiviteit, d.w.z. dat de patiënt in deze crisis het gehele verloop van zijn conflict in snelle beweging herbeleeft. Vandaar bijvoorbeeld de hevige pijnen van angina pectoris bij een hartaanval. We wisten niet dat deze angina pectoris in de epileptische crisis zijn beslissende effect heeft op de overleving. Wij wisten niet dat deze angina pectoris in de epileptische crisis een biologische betekenis had, die cruciaal is voor het overleven. Voor het "ordelijk verloop" van de epileptische crisis, in dit geval van het hartaanval. Het "juiste verloop" van de epileptische crisis, in dit geval het hartaanval, bepaalt de "juiste uitdrijving van het oedeem" en dus de overleving. In de Germanische Heilkunde® geven we daarom alleen cortisone als dat nodig is.
Zo stelt de epileptoïde crisis ons vaak voor nog grotere klinische opgaven: b.v. lysis bij longontsteking, myocardinfarct na een territoriaal conflict, rechterhartinfarct met longembolie, of uitval na een scheidingsconflict, ook diabetes of hypoglykemie. De EK is het moment van de waarheid! Het gevaarlijkste punt is juist aan het einde van de crisis, wanneer duidelijk wordt of de epileptoïde crisis voldoende was om het roer om te gooien. Maar de patiënt moet het altijd weten: De overgrote meerderheid weet te overleven.
Tijdens de tweede helft van de genezingsfase - met het begin van de epileptoïde crisis - wordt dan onschadelijk cerebraal bindweefsel, de zogenaamde glia, in de hersenen opgeslagen met het doel de Hamerse Haard te herstellen. Deze Hamerse Haard, d.w.z. een min of meer grote witte vlek of gebied op het CT, vertegenwoordigt dan het einde van het genezingsproces wanneer er geen intra- en perifocaal oedeem meer is.
Als op de CT-scan gliaophopingen in de hersenen werden gevonden, die ook gemakkelijk met jodiumcontrastmiddel konden worden gekleurd, dan was de diagnose meestal duidelijk: "hersentumor"! Hersentumoren bestaan echter per definitie niet, omdat hersencellen zich na de geboorte in het geheel niet kunnen delen, ook niet onder omstandigheden die tot nu toe ten onrechte als hersentumoren zijn geïnterpreteerd - dus gewoon onder geen enkele omstandigheid. Wat wel kan vermenigvuldigen is onschadelijke glia - bindweefsel van de hersenen - dat precies dezelfde functie heeft als het bindweefsel van ons lichaam. Deze heldere gliagecondenseerde Hamerse Haarden, die te zien zijn op het computertomogram, zijn reparaties van het organisme aan de Hamerse Haarden, dus een reden tot vreugde in plaats van angst of zelfs hersenchirurgie.
Een zeer belangrijk criterium in de Germanische Heilkunde® is ook de handigheid van de patiënt. Want zonder de bepaling van links- of rechtshandigheid kan men helemaal niet werken in de Germanische Heilkunde®. Net zoals men moet weten hoe oud de patiënt is, van welk geslacht hij/zij is en of er rekening moet worden gehouden met eventuele hormonale bijzonderheden of ingrepen (pil, bestraling van de eierstokken, hormooninname, menopauze enz.), zo ook moet men weten of de patiënt rechtshandig of linkshandig is.
Iedereen kan dit voor zichzelf uitzoeken: Als je applaudisseert zoals in het theater, dan is de bovenste hand de leidende, d.w.z. die bepaalt de handigheid. Als de rechterhand bovenaan ligt, bent u rechtshandig; omgekeerd, als de linkerhand bovenaan ligt, bent u vanuit de hersenen linkshandig. Deze test is zeer belangrijk om te weten te komen op welke hersenhelft iemand werkt, want er zijn veel omgeschoolde linkshandigen die zichzelf als rechtshandig beschouwen. Zij herinneren zich echter meestal dat zij bepaalde belangrijke dingen die rechtshandigen alleen met hun rechterhand kunnen doen, alleen met hun linkerhand kunnen doen. Velen zijn bijvoorbeeld opgeleid om met de rechterhand te schrijven en denken daarom dat zij rechtshandig zijn.
Eenvoudig gezegd: het rechter cerebellum en cerebrum zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de linkerkant van het lichaam, en omgekeerd - het linker cerebellum en cerebrum voor de rechterkant van het lichaam.
Linkshandigheid en rechtshandigheid beginnen in de hersenen, of nauwkeuriger gezegd, in de kleine hersenen, want vanaf de kleine hersenen wordt alles gedefinieerd in termen van zijden. Terwijl links- en rechtshandigheid vrijwel geen rol speelde in de hersenstam.
Van orgaan tot hersenen of hersenen tot orgaan, de correlatie is altijd duidelijk. Alleen in de correlatie tussen psyche en hersenen of hersenen en psyche is de links- en rechtshandigheid van belang, want die bepaalt mede het conflict/hersenpad. Het bepaalt dus ook aan welke "ziekte" de patiënt überhaupt kan lijden met welk conflict.
Voorbeeld: Een rechtshandige vrouw lijdt aan rectumkanker in het geval van een identiteitsconflict, terwijl een linkshandige vrouw aan maag- of galwegkanker lijdt in het geval van hetzelfde conflict. Een rechtshandige lijdt in een territoriaal conflict aan een galwegzweer of een maagzweer, terwijl een linkshandige in hetzelfde conflict aan een rectale zweer lijdt.
Bij een rechtshandige vrouw, bijvoorbeeld, is de linkerborst verantwoordelijk voor het kind en de moeder van de vrouw en het nest, en de rechterborst is verantwoordelijk voor de partner of partners, wat eigenlijk alle andere mensen omvat behalve kleine kinderen of mensen en dieren die als kinderen worden gezien. In het geval van de linkshandige is het net andersom.
Linkshandigheid toont ons ook op een heel bijzondere manier dat de biologische conflicten niet in de eerste plaats te maken hebben met Freud en de conventionele psychologie, maar werkelijk biologisch bepaald zijn.
Als een linkshandige jonge vrouw de organische symptomen van een mannelijk territoriumconflict (angina pectoris) zou ondervinden van een seksueel conflict en daardoor een depressie zou krijgen op psychologisch gebied, zou dat "zuiver psychologisch" geen betekenis hebben. De linkshandige vrouw verliest haar eierstokfunctie nooit, dus zij heeft nog steeds haar eisprong en menstruatie, terwijl een rechtshandige vrouw geen eisprong meer heeft.
In dit verband is het ook interessant dat bij eeneiige tweelingen de ene altijd linkshandig is en de andere rechtshandig.
Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer
Vertaling: Nederlandse werkgroep