EEN INLEIDING in de GERMANISCHE HEILKUNDE®

volgens Dr. med. Ryke Geerd Hamer

De 5 biologische natuurwetten van de Germanische Heilkunde®

De Germanische Heilkunde®, die in 1981 werd ontdekt, is een strikte natuurwetenschap die slechts 5 biologische natuurwetten kent en geen hypothesen. Het beschrijft nauwgezet de medisch-biologische verbanden van het levende organisme, als een eenheid van

Psyche, hersenen en Orgaan.

In de Germanische Heilkunde® zou het absurd zijn te vragen of psychische processen lichamelijke processen kunnen "triggeren". In de Germanische Heilkunde® is een psychisch proces synoniem met een parallel en synchroon cerebraal proces en ook synchroon met een fysisch-organisch proces. Alle processen van psyche en orgaan zijn verbonden door de hersenen en worden daar gecoördineerd. De hersenen zijn als het ware de grote computer van ons organisme, de psyche wordt de programmeur, lichaam en psyche vormen op hun beurt samen het succesorgaan van de computer, zowel wanneer de programmering optimaal is als wanneer het programma wordt verstoord. Want het is geenszins alleen zo dat de psyche de hersenen en het orgaan programmeert, maar het orgaan is ook in staat om een automatische programmering van de hersenen en de psyche teweeg te brengen in geval van letsel. Zo verschilt Germanische Heilkunde® fundamenteel van alle voorgaande medische richtingen, vooral de zogenaamde schoolgeneeskunde.

Voor het eerst in de medische geschiedenis bestaat er nu een wetenschappelijke geneeskunde waarmee elk patiëntengeval op strikt wetenschappelijke wijze kan worden gereproduceerd. Dit werd op 8 en 9 september 1998 aan de universiteit van Trnava (Slowakije) gedemonstreerd en officieel geverifieerd!

Tot nu toe hebben wij de geneeskunde grotendeels gezien vanuit een wereldbeschouwelijk - theologisch standpunt, als een strijd tussen kwaad en goed, tussen wat mensen ziek maakt en wat hen gezond houdt. Wij zagen de zogenaamde "ziekten" als ongelukken van de natuur, als tekortkomingen van de organen, ook als straf van God. We spraken daarom van "kwaadaardige groei" en "goedaardige groei". Wij stelden ons voor dat kankercellen en microben legers van het kwaad of kwaadaardig waren die wij moesten bestrijden met een leger van het goedaardige (b.v. het immuunsysteem), met de hulp van goede artsen en vele goede geneesmiddelen, operaties, bestralingen, enz. Wij geloofden zelfs dat wij de duivel moesten uitdrijven of exorciseren met Beëlzebub, kanker moesten bestrijden met het ergste celgif. De geneeskunde was in een grote fout vervallen.

Germanische Heilkunde® geldt voor mens, dier en plant, zelfs voor het eencellige levende wezen - voor de hele kosmos. En het geldt voor alle zogenaamde ziekten - alle ziekten die überhaupt bestaan - omdat ze slechts onderdelen zijn van een normaal in twee fasen verlopend "Zinvol Biologisch Speciaal Programma van de Natuur" (SBS), en ze verlopen allemaal volgens deze 5 biologische natuurwetten van de Germanische Heilkunde®. De trigger van elke zogenaamde ziekte is altijd een biologisch conflict, een zeer dramatische schokervaring - DHS genaamd.

De 1e natuurwet is - DE IJZEREN REGEL VAN KANKER - het heeft 3 criteria:

1e criterium:

Elke kanker of kankerequivalente ziekte ontstaat met een DHS, d.w.z. een zeer ernstige, zeer acute dramatische en isolerende conflictervaringsschok gelijktijdig of quasi-simultaan op alle 3 niveaus: In de psyche, in de hersenen en in het orgaan.

... op het verkeerde been gezet.

Het DHS (Dirk Hamer Syndroom) is een ernstige, zeer acuut-dramatische en isolerende conflictshock die het individu "op het verkeerde been zet", maar tegelijkertijd ook een kans voor de natuur om de ineenstorting goed te maken. Want op dat moment wordt, praktisch synchroon, een speciaal programma aangezet: in de psyche, in de hersenen en in het orgaan, en is ook daar waarneembaar, zichtbaar en meetbaar! De onvermoede aard van de impact is van groter belang dan de "psychologische inhoudelijke evaluatie" van het conflict.

Het is ook altijd een conflictueuze ervaring, niet een speling van het lot of een gebeurtenis die de getroffen persoon toch niet had kunnen veranderen.

Precies vanaf het DHS heeft de patiënt een permanente stress, d.w.z. hij heeft zeer koude handen en voeten, hij denkt dag en nacht aan zijn conflict, en probeert het op te lossen. Hij kan 's nachts niet meer slapen, en als hij dat wel doet, dan alleen in de eerste helft van de nacht, om het half uur, hij heeft geen eetlust meer, hij vermagert.

2e criterium:

Op het moment van het DHS bepaalt de conflictinhoud zowel de lokalisatie van de Hamerse Haard in de hersenen als de lokalisatie van de kanker of met kanker gelijk te stellen ziekte in het orgaan.

Er is geen conflict op zich, maar elk conflict heeft een zeer specifieke inhoud, die in de seconde van het DHS wordt omschreven. De conflictinhoud ontstaat associatief, d.w.z. door onwillekeurige gedachtentoekenning en meestal voorbij het filter van ons verstand. Je denkt dat je nadenkt, in werkelijkheid heeft het conflict je al geraakt in enkele seconden voordat je begint na te denken. Deze onverwachte schok laat sporen na in de hersenen die kunnen worden gefotografeerd met behulp van computertomografie (CT) van de hersenen. Een dergelijk relais wordt een Hamerse Haard (HH) genoemd. Deze HH's lijken op concentrische ringen van een schietschijf, of op het beeld van een wateroppervlak waarin men een steen heeft gegooid.

Dit betekent dat er voor elke conflictinhoud een zeer specifieke kanker is en een zeer specifieke plaats in de hersenen. Maar het fascinerende in de Germanische Heilkunde® is dat wij niet alleen onmiddellijk aan de hand van de CT van de hersenen kunnen vaststellen welk soort biologisch conflict of welke conflictinhoud het betreft, en of er celvermeerdering of celafname of -vermindering plaatsvindt, maar dat wij ook als het ware op rechercheachtige wijze kunnen vaststellen of de conflicten zich in de conflict-actieve fase (ca-fase) of reeds in de genezingsfase (pcl-fase) bevinden.

3e criterium:

Het verloop van het conflict komt overeen met een bepaald verloop van de Hamerse Haard in de hersenen en een zeer bepaald verloop van een kanker of met kanker gelijk te stellen ziekte op het orgaan.  (Alles wat geen kanker is, is kankerequivalent - dit betekent alle zogenaamde ziekten).

Door de permanente stress (sympathicotonie), die in principe iets geplands is, worden de communicatielijnen van de hersenzenuwen steeds meer beschadigd, d.w.z. dat een steeds groter gebied wordt aangetast of dat het eenmaal aangetaste gebied steeds intensiever veroudert. Tegelijkertijd vordert ook de kanker op het orgaan, het lichaamsorgaan wordt vergroot, verkleind of ten minste veranderd door de kanker.

Dit betekent: als het conflict heviger wordt, worden de effecten op het orgaan ook heviger, als het conflict verzwakt, verzwakt dit ook op de andere niveaus. Als het conflict is opgelost, dan is er ook een conflictoplossing op alle 3 niveaus. Als er een terugval is, d.w.z. als het conflict terugkomt, is er een terugval op alle drie niveaus.

In de seconde van het DHS kan echter nog meer gebeuren, want in deze seconde worden ook de sporen gelegd. Sporen zijn bijkomende conflictaspecten of bijkomende percepties op het ogenblik van DHS. Want mensen en dieren nemen in de seconde van het DHS - zonder zich ervan bewust te zijn - ook de begeleidende omstandigheden zoals bij een momentopname met flitslicht, geluiden, of geuren, gewaarwordingen van allerlei aard en smaken waar, en zij bewaren deze gegevens praktisch levenslang. Komt de patiënt later op een dergelijk spoor, dan kan een herhaling van het totale conflict het gevolg zijn.

Indien de patiënt erin slaagt zijn biologisch conflict op te lossen, komt hij in de tweede fase van het speciale programma, de genezingsfase. Want precies bij het begin van de genezingsfase begint het organisme de schade te herstellen - of het nu gaat om celvermeerding of celafname of -vermindering op het lichaamsorgaan en, natuurlijk, op het aangetaste hersenrelais. En hoe langer het conflict heeft geduurd, hoe groter zijn, of hoe langer duren de reparaties.

Met het begin van de conflictoplossing schakelt het organisme weer over, van de stressfase naar de rustfase, vagotonie genoemd.

Op het niveau van de organen zien we nu wat vroeger als het belangrijkste werd beschouwd: de kanker stopt! En op het niveau van de hersenen zien we parallel dat de Hamerse Haard nu oedeem krijgt.


Computertomografie (CT) van de hersenen.
Duidelijk herkenbaar, zelfs voor de leek: een schietschijfconfiguratie (in de beginfase van de oplossing) met oedematiserende ringen.

De 2e natuurwet is DE WET VAN DE TWEEFASIGHEID van alle ziekten als het conflict wordt opgelost.

Elke ziekte in de gehele geneeskunde is een gebeurtenis in twee fasen, mits er een oplossing van het conflict is.

In onze medische leerboeken stonden honderden "koude ziekten" beschreven en evenzo honderden "warme ziekten". De "koude ziekten" waren die waarbij de patiënten een koude buitenhuid hadden, koude ledematen, voortdurend in stress verkeerden, vermagerden, moeite hadden in slaap te vallen en in slaap te blijven. De andere soort "ziekten" waren die waarbij de patiënten warme of hete ledematen hadden, meestal koorts, goede eetlust, maar zwak en moe waren.

Bij de zogenaamde "koude ziekten" is de daaropvolgende genezingsfase over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd als een op zichzelf staande "ziekte". In het geval van de zogenaamde "warme ziekten", die altijd de genezingsfase na de voorafgaande conflict-actieve fase vertegenwoordigden, was deze koude fase over het hoofd gezien of verkeerd geïnterpreteerd als een "ziekte" op zich.

In de hersenen hebben beide fasen natuurlijk hun Hamerse Haard op dezelfde plaats, maar in verschillende toestanden: in de conflictactieve fase altijd met scherp gemarkeerde cirkels, de zogenaamde schietschijfconfiguratie, en in de conflictopgeloste fase is de Hamerse Haard gezwollen, geöedematiseerd.

Men kan zich misschien afvragen waarom de medische wereld de regelmatigheid van de tweefasigheid van alle ziekten nog niet lang had erkend, als deze zo mooi regelmatig is. Het antwoord is even eenvoudig als het vroeger moeilijk was: het is eenvoudig omdat slechts een deel van de conflicten een oplossing vindt. Indien het conflict niet kan worden opgelost, blijft de ziekte monofasisch, d.w.z. het individu blijft in de conflictactiviteit, wordt steeds magerder en sterft uiteindelijk door uitputting of cachexie.

Het schema laat zien hoe, door het DHS, het normale dag-nacht ritme een permanente sympathicotonie is geworden, die duurt totdat permanente vagotonie optreedt door conflictoplossing. Deze permanente vagotonie wordt als het ware op het dieptepunt onderbroken door de epileptische of epileptoïde crisis of sympathicotone piek, die de overgang aangeeft in de vagotone fase met de zogenaamde "plasfase", het uitdrijven van een groot deel van het opgeslagen vocht. Het zinvolle speciale biologische programma eindigt pas met de terugkeer naar normaliteit of normotonie.

Elke ziekte die een conflictoplossing heeft, heeft ook een conflict-actieve fase en een genezingsfase. En elke genezingsfase - tenzij ze wordt onderbroken door een conflict-actieve terugval - heeft ook een epileptoïde crisis, d.w.z. een omslagpunt van de genezingsfase, op het diepste punt van de vagotonie.

De epileptoïde crisis (EK) is een proces dat Moeder Natuur al miljoenen jaren heeft ingestudeerd. Het gebeurt op alle drie niveaus tegelijk. Het doel van deze crisis, die optreedt op het hoogtepunt van de genezingsfase, is dat het hersenoedeem wordt uitgeperst en uitgescheiden en dat de patiënt terugkeert naar zijn normale toestand. Wat wij normaliter een epileptische aanval met spierkrampen noemen, is slechts een speciale vorm van een epileptische crisis, namelijk na het oplossen van een motorisch conflict.

Epileptoïde crises, d.w.z. epilepsie-achtige crises, komen in principe bij elke zogenaamde ziekte, bij alle ziekten, een beetje anders voor. Hier treden geen tonisch-clonische aanvallen op, zoals bij motorische conflicten, maar elk biologisch type conflict en elk ziektetype heeft ook zijn eigen specifieke vorm van epileptoïde crisis. Als de genezingsfase in het algemeen niet geheel ongevaarlijk was bij een aantal ziekten, kan zij hier zelfs dodelijk aflopen als men niet oppast.

Met de epileptoïde crisis heeft Moeder Natuur een zeer doeltreffend instrument geschapen met zeer eenvoudige middelen. De epileptische crisis is een zeer sterke, zij het kortstondige, conflictactiviteit, d.w.z. dat de patiënt in deze crisis het gehele verloop van zijn conflict in snelle beweging herbeleeft. Vandaar bijvoorbeeld de hevige pijnen van angina pectoris bij een hartaanval. We wisten niet dat deze angina pectoris in de epileptische crisis zijn beslissende effect heeft op de overleving. Wij wisten niet dat deze angina pectoris in de epileptische crisis een biologische betekenis had, die cruciaal is voor het overleven. Voor het "ordelijk verloop" van de epileptische crisis, in dit geval van het hartaanval. Het "juiste verloop" van de epileptische crisis, in dit geval het hartaanval, bepaalt de "juiste uitdrijving van het oedeem" en dus de overleving. In de Germanische Heilkunde® geven we daarom alleen cortisone als dat nodig is.

Zo stelt de epileptoïde crisis ons vaak voor nog grotere klinische opgaven: b.v. lysis bij longontsteking, myocardinfarct na een territoriaal conflict, rechterhartinfarct met longembolie, of uitval na een scheidingsconflict, ook diabetes of hypoglykemie. De EK is het moment van de waarheid! Het gevaarlijkste punt is juist aan het einde van de crisis, wanneer duidelijk wordt of de epileptoïde crisis voldoende was om het roer om te gooien. Maar de patiënt moet het altijd weten: De overgrote meerderheid weet te overleven.

Tijdens de tweede helft van de genezingsfase - met het begin van de epileptoïde crisis - wordt dan onschadelijk cerebraal bindweefsel, de zogenaamde glia, in de hersenen opgeslagen met het doel de Hamerse Haard te herstellen. Deze Hamerse Haard, d.w.z. een min of meer grote witte vlek of gebied op het CT, vertegenwoordigt dan het einde van het genezingsproces wanneer er geen intra- en perifocaal oedeem meer is.

Als op de CT-scan gliaophopingen in de hersenen werden gevonden, die ook gemakkelijk met jodiumcontrastmiddel konden worden gekleurd, dan was de diagnose meestal duidelijk: "hersentumor"! Hersentumoren bestaan echter per definitie niet, omdat hersencellen zich na de geboorte in het geheel niet kunnen delen, ook niet onder omstandigheden die tot nu toe ten onrechte als hersentumoren zijn geïnterpreteerd - dus gewoon onder geen enkele omstandigheid. Wat wel kan vermenigvuldigen is onschadelijke glia - bindweefsel van de hersenen - dat precies dezelfde functie heeft als het bindweefsel van ons lichaam. Deze heldere gliagecondenseerde Hamerse Haarden, die te zien zijn op het computertomogram, zijn reparaties van het organisme aan de Hamerse Haarden, dus een reden tot vreugde in plaats van angst of zelfs hersenchirurgie.

Een zeer belangrijk criterium in de Germanische Heilkunde® is ook de handigheid van de patiënt.

Klaptest

Want zonder de bepaling van links- of rechtshandigheid kan men helemaal niet werken in de Germanische Heilkunde®. Net zoals men moet weten hoe oud de patiënt is, van welk geslacht hij/zij is en of er rekening moet worden gehouden met eventuele hormonale bijzonderheden of ingrepen (pil, bestraling van de eierstokken, hormooninname, menopauze enz.), zo ook moet men weten of de patiënt rechtshandig of linkshandig is.

Iedereen kan dit voor zichzelf uitzoeken: Als je applaudisseert zoals in het theater, dan is de bovenste hand de leidende, d.w.z. die bepaalt de handigheid. Als de rechterhand bovenaan ligt, bent u rechtshandig; omgekeerd, als de linkerhand bovenaan ligt, bent u vanuit de hersenen linkshandig. Deze test is zeer belangrijk om te weten te komen op welke hersenhelft iemand werkt, want er zijn veel omgeschoolde linkshandigen die zichzelf als rechtshandig beschouwen. Zij herinneren zich echter meestal dat zij bepaalde belangrijke dingen die rechtshandigen alleen met hun rechterhand kunnen doen, alleen met hun linkerhand kunnen doen. Velen zijn bijvoorbeeld opgeleid om met de rechterhand te schrijven en denken daarom dat zij rechtshandig zijn.

Eenvoudig gezegd: het rechter cerebellum en cerebrum zijn hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de linkerkant van het lichaam, en omgekeerd - het linker cerebellum en cerebrum voor de rechterkant van het lichaam.

Linkshandigheid en rechtshandigheid beginnen in de hersenen, of nauwkeuriger gezegd, in de kleine hersenen, want vanaf de kleine hersenen wordt alles gedefinieerd in termen van zijden. Terwijl links- en rechtshandigheid vrijwel geen rol speelde in de hersenstam.

Van orgaan tot hersenen of hersenen tot orgaan, de correlatie is altijd duidelijk. Alleen in de correlatie tussen psyche en hersenen of hersenen en psyche is de links- en rechtshandigheid van belang, want die bepaalt mede het conflict/hersenpad. Het bepaalt dus ook aan welke "ziekte" de patiënt überhaupt kan lijden met welk conflict.

Voorbeeld: Een rechtshandige vrouw lijdt aan rectumkanker in het geval van een identiteitsconflict, terwijl een linkshandige vrouw aan maag- of galwegkanker lijdt in het geval van hetzelfde conflict. Een rechtshandige lijdt in een territoriaal conflict aan een galwegzweer of een maagzweer, terwijl een linkshandige in hetzelfde conflict aan een rectale zweer lijdt.

Bij een rechtshandige vrouw, bijvoorbeeld, is de linkerborst verantwoordelijk voor het kind en de moeder van de vrouw en het nest, en de rechterborst is verantwoordelijk voor de partner of partners, wat eigenlijk alle andere mensen omvat behalve kleine kinderen of mensen en dieren die als kinderen worden gezien. In het geval van de linkshandige is het net andersom.

Linkshandigheid toont ons ook op een heel bijzondere manier dat de biologische conflicten niet in de eerste plaats te maken hebben met Freud en de conventionele psychologie, maar werkelijk biologisch bepaald zijn.

Als een linkshandige jonge vrouw de organische symptomen van een mannelijk territoriumconflict (angina pectoris) zou ondervinden van een seksueel conflict en daardoor een depressie zou krijgen op psychologisch gebied, zou dat "zuiver psychologisch" geen betekenis hebben. De linkshandige vrouw verliest haar eierstokfunctie nooit, dus zij heeft nog steeds haar eisprong en menstruatie, terwijl een rechtshandige vrouw geen eisprong meer heeft.

In dit verband is het ook interessant dat bij eeneiige tweelingen de ene altijd linkshandig is en de andere rechtshandig.

De 3e natuurwet is HET ONTOGENETISCH BEPAALDE SYSTEEM VAN TUMOREN EN KANKER EQUIVALENTEN.

Embryologen verdelen de embryonale ontwikkeling doorgaans in de drie zogenaamde kiembladen: het endoderm, het mesoderm en het ectoderm, die zich vroeg in de ontwikkeling van het embryo vormen en waaruit alle organen voortkomen. Elke cel of orgaan van het lichaam kan worden ingedeeld bij één van deze zogenaamde kiembladen. De Germanische Heilkunde® deelt daarom alle zogenaamde ziekten in naar hun kiembladen. Als we al deze verschillende tumoren, zwellingen, zweren indelen volgens deze ontwikkelingsgeschiedenis (evolutie), of volgens de criteria van de verschillende zogenaamde kiembladen, dan zien we dat de "ziekten" met hetzelfde kiembladverwantschap (in het geval van het middelste kiemblad wordt onderscheid gemaakt tussen het mesoderm dat door het cerebellum wordt aangestuurd en het mesoderm dat door de medulla van de hersenen wordt aangestuurd) ook andere kenmerken en speciale eigenschappen hebben. Omdat tot elk van deze kiembladen wegens redenen van ontwikkeling een specifiek deel van de hersenen behoort, een specifiek type van conflictinhoud, een specifieke lokalisatie in de hersenen, een zeer specifieke histologie, specifieke kiembladen-gerelateerde microben, en bovendien heeft elke zogenaamde ziekte, in werkelijkheid “Zinvolle Speciale Biologische Programma's van de Natuur" ook een biologisch doel die kan worden begrepen in termen van ontwikkelingsgeschiedenis.

De cellen, of organen, die zich uit het binnenste van het kiemblad hebben ontwikkeld, hebben hun relais, hun plaats van controle, vanwaar zij worden geleid, in de hersenstam, het alleroudste deel van de hersenen. Ook daar vinden we een ordelijke lokalisatie, want ze beginnen rechts dorsaal met de ziekten van de mond, de nasopharynx (neuskeelholte) en rangschikken zich dan tegen de wijzers van de klok in en corresponderend met het maag-darmkanaal en eindigen met het sigmoïd en de blaas. Histologisch zijn alle carcinomen adeno-carcinomen, zonder uitzondering. De organen die tot dit kiemblad behoren, vertonen celvermeerdering met compacte tumoren van het adeno-celtype in geval van kanker, b.v. in de lever, in de darm, de ronde tumoren in de longen, enz.

Alle cellen of organen die zich vanuit het buitenste kiemblad hebben ontwikkeld, hebben hun besturingsrelais in de hersenschors van de grote hersenen, het jongste deel van onze hersenen. Ze veroorzaken allemaal celvermindering of -afname in de vorm van zweren en ulcera of anders een verlies van functie op organisch niveau, dus bijv. diabetes of verlamming, enz.

In het middelste kiemblad onderscheiden we een oudere en een jongere groep.

De cellen of organen die tot de oudere groep van het middelste kiemblad behoren, hebben hun relais in de kleine hersenen, d.w.z. zij behoren nog tot de oude hersenen en maken daarom ook compacte tumoren in de conflictactieve fase in het geval van kanker, en wel van het adenoïde celtype, b.v. in de borst, ook melanomen, of mesotheliomen in het hartzakje - d.w.z. in het pericard, in het borstvlies - d.w.z. in het borstvlies of in het buikvlies - d.w.z. in het buikvlies.

De cellen of organen die tot de jongere groep van het middelste kiemblad behoren, hebben hun besturingsplaats in het hersenmerg van de grote hersenen, en in het geval van kanker in de conflictactieve fase maken zij necrosen of weefselgaten, dus celvermindering of -afname, zoals de gaten in het bot, in de milt, in de nier of in de eierstok.

Hoe hoger wij in de fylogenetische evolutie zijn gekomen, hoe meer de programma's van onze hersenen zijn ontwikkeld en hoe ingewikkelder ze zijn geworden. Van de archaïsch oudste programma's van onze hersenstam, via de al wat gecompliceerdere conflictinhouden van de kleine hersenen (het cerebellum), via de al aanzienlijk gecompliceerdere van het hersenmerg van onze grote hersenen, naar de corticale conflictinhouden, die door onze hersenschors worden aangestuurd.

Oorspronkelijk werd kanker opgevat als een echte tumor met een sterke celvermeerdering. Aangenomen werd dat de cellen van de tumor zouden kunnen wegzwemmen en in andere delen van het lichaam dochtertumoren zouden kunnen vormen, de zogenaamde "metastasen", die in werkelijkheid niet bestaan. Metastasen zijn altijd secundaire of tertiaire conflicten, meestal iatrogeen, d.w.z. veroorzaakt door een arts.

Wanneer een patiënt vandaag de dag in de zogenaamde schoolgeneeskunde de diagnose "kanker" krijgt, ervaren de meeste patiënten dit ook als een vernietigende schok, die vervolgens onmiddellijk verdere paniekconflicten en dus nieuwe kankers kan uitlokken, die dan in de schoolgeneeskunde als zogenaamde metastasen worden beschouwd.

Het sprookje van de uitzaaiingen is een onbewezen en onbewijsbare hypothese. Geen enkele onderzoeker heeft ooit een kankercel kunnen vinden in het arteriële bloed van een zogenaamde kankerpatiënt. Maar daar zouden zij zich moeten bevinden, indien zij naar de periferie zouden zwemmen, d.w.z. naar de buitenste regionen van het lichaam.

Ook dat de kankercellen onderweg, op hun nooit waargenomen weg door het bloed, zelfs zouden zijn veranderd, en dat b.v. een darmkankercel die in de darm een bloemkoolachtige, compacte tumor heeft gemaakt, plotseling naar de botten zou zijn gemigreerd, waar hij in een botatrofie zou kunnen veranderen, zijn pure waanzin en van middeleeuws dogmatisme. Het feit dat er een tweede of zelfs een derde carcinoom bestaat, wordt niet betwist, maar de evaluatie daarvan wel.

Niemand in de schoolgeneeskunde was geïnteresseerd in de zogenaamde kiembladen. Niemand had enig idee hoe belangrijk ze zijn. En dat is eigenlijk de reden waarom ze nooit in staat zijn geweest om een systeem in de hele ontwikkeling van kanker te brengen.

In de leerboeken van de toekomst zullen de zogenaamde ziekten dus niet meer worden gerangschikt volgens vakgebieden van de vroegere soort, maar volgens kiembladverwantschap. Deze orde is de biologisch-natuurlijke orde van de zogenaamde ziekten of speciale programma's van de natuur.

We kunnen al onze biologische conflicten ontwikkelingsgewijs indelen. We weten wanneer de respectieve speciale gedragingen werden ontwikkeld en geprogrammeerd in de ontwikkeling. En daarom zijn er niet alleen organen en hersengebieden die bij elkaar horen, maar ook conflicten die ontwikkelingsgewijs samenhangen, ze hebben allemaal dezelfde histologische celvorming en in de genezingsfase vinden we er ook altijd dezelfde microben.

De 4e wet van de natuur is HET ONTOGENETISCH BEPAALDE SYSTEEM VAN MICROBEN

Tot nu toe hadden wij de microben alleen opgevat als de veroorzakers van de zogenaamde besmettelijke ziekten en deze opvatting leek voor de hand te liggen omdat wij deze microben altijd aantroffen bij de zogenaamde besmettelijke ziekten. Maar dit was niet waar. Want deze vermeende besmettelijke ziekten werden altijd voorafgegaan door een conflict-actieve fase. En alleen met de oplossing van het conflict mogen deze microben actief worden. Ze worden gestuurd en geactiveerd door onze hersenen. En zij helpen ons in die zin dat zij de gevolgen opruimen van de overbodig geworden kanker, d.w.z. de tumor (schimmel), die niet meer nodig is nadat hij zijn taak heeft vervuld, of waarbij de bacteriën en virussen helpen om de gaten, necrose, weefselvernietiging van de grote hersenen weer op te bouwen. Zo zijn zij onze trouwe helpers, onze gastarbeiders. Het idee van het immuunsysteem als het leger dat de kwade microben bestrijdt, was gewoon verkeerd. Want de microben zijn niet de oorzaak van "ziekten", maar zij zijn de optimalisatoren van de genezingsfase.

De 4e natuurwet van de Germanische Heilkunde® - het ontogenetisch bepaalde systeem van de microben - wijst nu de microben beurtelings aan de drie kiembladen toe, omdat specifieke, aan het kiemblad verwante microben ook tot elke aan het kiemblad verwante orgaangroep behoren.

Samen met de programmering van onze organen in de verschillende hersenrelais van ons computerbrein, zijn ook onze trouwe speciale werkers, de microben, ingeprogrammeerd.

Hieruit volgt dat

  • de oudste microben, schimmels en schimmelbacteriën (mycobacteriën) zijn verantwoordelijk voor het endoderm, en in beperkte mate voor het cerebellum-mesoderm, maar in ieder geval alleen voor de organen die door de oude hersenen worden aangestuurd.
  • de oude microben, namelijk de bacteriën, zijn verantwoordelijk voor het mesoderm en alle organen die erdoor worden gevormd.
  • de jonge, zogenaamde microben, namelijk de virussen, die in strikte zin geen echte microben zijn, d.w.z. geen levende wezens, zijn uitsluitend verantwoordelijk voor het ectoderm, of voor de organen die door de hersenschors worden aangestuurd.

Competent in deze zin betekent dat elk van de microbengroepen alleen bepaalde orgaangroepen "verwerkt" die hetzelfde kiembladverwantschap hebben, d.w.z. uit hetzelfde kiemblad afkomstig zijn.

Het tijdstip vanaf hetwelk de microben mogen "verwerken" hangt niet af van externe factoren, zoals wij allen tot dusver ten onrechte hadden aangenomen, maar wordt uitsluitend bepaald door ons computerbrein.

Wij hebben microben ook beschouwd als iets "slechts" dat wij moesten uitroeien. Dat was pure onzin! We hebben die microben dringend nodig, en wel het hele scala dat op onze breedtegraad voorkomt. Als wij bijvoorbeeld "om hygiënische redenen" een tekort aan mycobacteriën (Tbc) hebben, kunnen wij onze tumoren in de genezingsfase niet meer afbreken. Dit heeft desastreuze gevolgen voor een hele reeks tumoren: In het geval van een schildklier-ca betekent dit bijvoorbeeld dat het conflict weliswaar is opgelost, maar niet kan worden afgebroken en grote hoeveelheden thyroxine zal blijven produceren. De reden hiervoor is dat de mycobacteriën die normaal de tumor afbreken en ervoor zorgen dat de tyroxinespiegel weer tot normaal daalt, ontbreken. Een darmkanker kan ook aanzienlijke complicaties veroorzaken en moet dan operatief worden verwijderd als er geen mycobacteriën aanwezig zijn.

Mycobacteriën zijn er al zo lang of bijna zo lang als er protozoën (een groep eencellige, vaak beweeglijke eukaryoten) zijn, d.w.z. lang voordat er dieren of mensen waren. Zij hebben een duidelijke taak, namelijk de tumoren, die door de oude hersenen worden gecontroleerd, vanaf het begin van de genezingsfase te caseïneren en af te breken. Maar net als de tumoren zelf, die ze moeten afbreken als ze hun werk hebben gedaan, vermenigvuldigen de mycobacteriën zich ook in de conflict-actieve fase.

We weten nu dus dat we de mycobacteriën (Tbc) moeten hebben, ook wel "zuurvaste staafjes" genoemd - omdat maagzuur ze niet hindert - dus vanaf het DHS moeten we deze mycobacteriën hebben! Krijgen wij ze nadat het conflict is opgelost, in de genezingsfase, dan hebben wij niets meer aan dit zinvolle speciale biologische programma, omdat zij zich alleen maar vermeerderen in de conflict-actieve fase. Het is duidelijk dat ons organisme - in samenwerking met zijn vriend, de mycobacterie - slechts zoveel zuurvaste staafjes kan produceren als later nodig zijn om de tumor te caseïneren. En wij dwazen geloofden dat we tuberculose moesten uitroeien.

Anderzijds behoren de bacteriën tot de groep van de grote hersenen en, zoals alle organen die door de grote hersenen worden bestuurd - hier vooral door het hersenmerg - vermenigvuldigen zij cellen in de genezingsfase. Daarom vermenigvuldigen de bacteriën zich ook alleen met conflictolyse (conflictoplossing).

De virussen(?) zijn geen zelfstandige levende wezens, zoals de bacteriën, maar slechts ingewikkelde eiwitmoleculen van het lichaam, die zich vermenigvuldigen - en alleen in de genezingsfase na oplossing van het conflict - en helpen bij de wederopbouw van de zweren van de huid en de slijmvliezen.

Wij zien nu dat de microben op een zinvolle en voor de ontwikkeling begrijpelijke manier in het biologische proces van de Zinvolle Biologische Speciale Programma's passen. Zij zijn als het ware met ons en voor ons gegroeid. Ze zijn elk lid van een regulerend circuit wat we niet wisten. De regulerende circuits van de natuur kunnen echter niet functioneren als wij tovenaarsleerlingen willekeurig factoren wegnemen. Vrijwel alles wat wij "moderne conventionele artsen" hadden gedaan was onzin.

De 5e wet van de natuur is DE QUINTESSENCE. De wet om elke zogenaamde ziekte te begrijpen als deel van een (vanuit de geschiedenis van de ontwikkeling te verklaren) zinvol biologisch speciaal programma van de natuur.

Toen ik in 1981 de "ijzeren regel van kanker" en de tweefasigheid van ziekten ontdekte, en dit in oktober 1981 als habilitatie aan de Universiteit van Tübingen voorlegde, dacht ik dat ik de verbanden van kanker ontdekt had.

Twee jaar later, in de loop van mijn verder onderzoek, realiseerde ik mij dat niet alleen carcinoomziekten, maar ook alle andere ziekten duidelijk volgens deze twee biologische wetten verlopen.

In 1987 slaagde ik erin de derde en vierde biologische wet te vinden op basis van embryologisch en gedragsonderzoek. Tot mijn verbazing ontdekte ik dat alle ziekten in de hele geneeskunde kunnen worden verklaard volgens deze vier biologische wetten en in elk afzonderlijk geval kunnen worden gereproduceerd. Deze biologische kijk leidde mij, bijna noodgedwongen, tot een bijna adembenemend gevolg:

Toen ik de ziekten van de afzonderlijke kiembladen apart bekeek, ontdekte ik dat er duidelijk een biologisch doel was. Ik besefte dat de zogenaamde ziekten geen zinloze vergissingen van de natuur zijn die bestreden moeten worden, maar dat elke ziekte een zinvolle gebeurtenis is, zodat ik letterlijk gedwongen werd om bij elke ziekte te vragen: Wat heeft deze "ziekte" veroorzaakt? Welke biologisch doel heeft het?

Het is mij gebleken dat wij het biologische doel van vele ziekten alleen uit de embryologie kunnen begrijpen. Ook is gebleken dat wij de biologisch-sociale context in dit biologische begrip van het doel moeten betrekken. Tenslotte rees bij mij de vraag of ons vroegere begrip van de aard van ziekten met het begrip "ziekte" als zodanig niet verkeerd was omdat wij ons niet bewust waren van het biologische doel van "ziekten".

Ik ben erin geslaagd te bewijzen dat het biologische doel van de zogenaamde ziekten afhankelijk is van het kiemblad. Dit is uiterst belangrijk en zelfs een van de centrale pijlers voor het begrijpen van de gehele Germanische Heilkunde. Dit gaf me een volledig nieuw nosologisch begrip van het vroegere concept van ziekte. Daarom kunnen wij eigenlijk niet meer spreken van ziekte in de vroegere zin, maar van een zinvol speciaal programma van de natuur. Het begin van dit speciale programma, het DHS, is al een zinvol proces om over te schakelen op dit zinvolle Speciale Biologische Programma (SBS).

Omdat wij de vermeende "ziekten" niet meer opvatten als "kwaadaardigheden", ongelukjes van de natuur of straf van God, maar als delen of afzonderlijke fasen van onze zinvolle speciale biologische programma's van de natuur, krijgt sindsdien het biologische doel die in elke SBS besloten ligt natuurlijk een doorslaggevende betekenis. Het SBS heeft derhalve een zinvol biologisch doel of: er moet iets zinvols of biologisch noodzakelijks met het SBS worden bereikt. Het biologische doel ligt echter, zoals wij hebben gezien (schema), nu eens in de conflict-actieve fase, dan weer in de conflict-opgeloste fase. Hier heeft Moeder Natuur eenvoudig de vrijheid genomen om beide te realiseren, maar heel ordentelijk, in verschillende kiembladgroepen, hoewel de oude-hersengestuurde organen en de cerebrale-cortexgestuurde organen verder lijnrecht tegenover elkaar staan in hun gedrag:

De oude hersenen gestuurde organen doen aan celvermeerdering in de ca-fase, de hersenschors gestuurde organen doen aan celvermindering in de ca-fase. Maar wat hun biologische zin betreft, mogen wij niet vergeten dat Moeder Natuur (zie schimmels en mycobacteriën) vanaf het DHS ook de pcl-fase voor ogen heeft. Want vanaf het DHS vermenigvuldigen de mycobacteriën (Tbc) zich, maar zij komen pas in actie bij de conflictolyse, d.w.z. er worden slechts zoveel mycobacteriën "voorgeproduceerd" als later nodig zijn om de tumor op te ruimen.

Voorbeeld: Als een brokje, dat te gulzig werd verorberd om de concurrent het niet te laten krijgen, in de darm blijft steken omdat het te groot is, dan krijgt het individu koliek. Samen met deze koliek, die in dit geval het DHS is, schakelt nu een zinvol biologisch speciaal programma in, d.w.z. dat een darmkanker nu proximaal groeit, d.w.z. naar boven of naar de mond toe. Dit betekent een snelle celvermeerdering (in de schoolgeneeskunde: sterk mitotisch groeiend, zeer kwaadaardig)! Tegelijkertijd vermenigvuldigen de mycobacteriën zich even snel (op voorwaarde dat het individu ten minste één van de soort in voorraad had). Het biologische doel is: de darmkanker bestaat uit miljoenen bijzonder sterke spijsverteringssap-producerende "wegwerpcellen" voor eenmalig gebruik. Liter na liter spijsverteringssap wordt geproduceerd, en daarmee wordt het te grote brok verteerd, verkleind, en uiteindelijk is het klein genoeg en glijdt het erdoor. Dit is conflictolyse.

Vanaf dit moment gaan de mycobacteriën aan het werk, aangestuurd door de hersenen - maar ook zelf uit vele miljoenen jaren ervaring wetend welke (wegwerp)cellen zij caseïsch mogen afbreken en welke niet - en ruimen uitsluitend de wegwerpcellen op, zeg maar: de tumor weer op. Dit alles gaat gepaard met een sterk, typisch nachtzweten tegen de ochtend en een hoge, later subfebriele (lichte) temperatuur. De nieuw gevormde cellen worden dus gewoon afgebroken door de verkazing, en wat later overblijft is een littekenplaat.

De patiënt moet nu leren begrijpen hoe hij dit kan doorvertalen. Bij ons is dit "lelijke onverteerbare conflict" gewoonlijk geen voedselklomp meer vanwege de "onverteerbare klomp", maar een "onverteerbare klomp in figuurlijke zin". Dus: een auto, een huis, een erfenis, een failliete zaak of een verloren rechtszaak. Maar wij reageren nog steeds biologisch-"archaïsch" alsof het nog steeds de onverteerbare klomp voedsel is die ons tot het "lelijke onverteerbare conflict" heeft gemaakt.

Iets vergelijkbaars gebeurt in de vrouwelijke borst: (biologische zin: in de ca-fase).

Als een rechtshandige vrouw een moeder/kind-conflict krijgt, dan groeit in haar linkerborst een adenoïd borstkanker, d.w.z. het borstklierweefsel vermenigvuldigt zich. Het biologische doel is duidelijk de zuigeling, die nu een ontwikkelingsstoornis doormaakt, b.v. ten gevolge van een ongeval, te helpen door hem meer moedermelk te geven. Op deze manier probeert het organisme van de moeder de opgelopen schade te compenseren. Zolang het conflict voortduurt, groeit de zogenaamde melkkliertumor, met andere woorden, de melkproductie gaat door.

Pas op het moment dat de baby weer helemaal gezond is, wordt het conflict opgelost, d.w.z. de groei van de borstklier stopt. Wat later overblijft is een spelonk. Dit kan ofwel een totale holte zijn, min of meer gevuld met vloeistof, ofwel een soort verdund gebied, zoals een spons of Zwitserse kaas. In beide gevallen is de borst zo goed als terug zoals ze er vroeger uitzag en is ze ook functioneel volledig intact, zowel wat de huidige borstvoeding als wat de toekomstige borstvoedingscapaciteit betreft. Voor vrouwen in zogenaamde beschaafde landen vinden deze processen natuurlijk meestal plaats buiten de borstvoedingsperiode.

Als een vrouw in de beschaving een moeder/kind-conflict krijgt, terwijl zij geen borstvoeding meer geeft, dan groeit zo'n melkkliertumor en imiteert het doel om meer melk te willen geven aan de zuigeling, die als kind aanwezig is, maar meestal niet meer als baby.

Dit is anders bij het water- en vloeistofconflict (grote hersenen hersenmerg/cerebrum-mesoderm), hier zien we necrose in het nierweefsel in de conflict-actieve fase en tegelijkertijd is de bloeddruk ook altijd verhoogd, maar dit heeft tot doel het door de necrose gevormde gat in het nierweefsel functioneel te compenseren, zodat er voldoende urine en ureum kan worden uitgescheiden. In de pcl-fase vormt zich uit de necrose van de nier een uitsteeksel gevuld met vloeistof. Dit noemen we een niercyste. Binnenin de cyste vindt nu een sterke celvermeerdering plaats, aan het eind waarvan na 9 maanden in plaats van vloeistof een vast celweefsel is opgebouwd, met een eigen bloedvatenstelsel. Gedurende deze tijd is de cyste over de hele omgeving "gegroeid", maar later, wanneer hij is geïnduriseerd (gestold), laat hij zich vanzelf weer los. Hier is de biologische zin in de pcl-fase, d.w.z. met een blijvende vergroting, zowel parenchymateus als functioneel aan het einde van de genezingsfase. Waarom Moeder Natuur dit op deze manier aanpakt, kunnen we nog niet helemaal begrijpen. Het is mogelijk dat een echte parenchymateuze en functionele orgaanvergroting, die verondersteld wordt blijvend te zijn, niet mogelijk is "in een sneltreinvaart", zoals het geval is met de snelle mitose van de "wegwerpcellen", omdat het er toch niet echt toe doet. Deze cellen zijn immers maar voor korte tijd gepland en worden daarna toch weer afgebroken.

In het geval van de hersenschors-gecontroleerde carcinomen is de biologische zin opnieuw in de ca-fase, maar in tegenstelling tot de celvermeerdering in de oude hersenengecontroleerde organen wordt hier juist het tegenovergestelde bereikt, namelijk door celafname van het plaveisel-slijmvlies, dat vervolgens in de genezingsfase weer wordt opgebouwd.

Maar omdat niemand er tot nu toe iets van wist, werden de restauraties of het opnieuw vullen van de necrosen en zweren in de pcl-fase ook wel kanker of sarcoom genoemd, omdat daarbij ook celvermeerdering (mitoses) met grote cellen en grote kernen plaatsvindt - maar dan met het oog op genezing. Nu kunnen wij ook begrijpen waarom wij nooit in staat zijn geweest de ontwikkeling van kanker te begrijpen zolang wij deze verbanden en vooral het ontwikkelingsmechanisme van onze biologische conflictprogramma's niet begrepen. La medicina sagrada (zoals de Spanjaarden zeggen) heeft alles op zijn kop gezet, niets is meer waar behalve de feiten.

Maar niet alleen heeft elk zinvol speciaal biologisch programma zijn biologische doel, ook de combinatie van dergelijke SBS in de zin van een schizofrene constellatie heeft op haar beurt een zeer speciaal biologisch doel, een "superzintuig" als het ware. Hiermee wordt niet iets transcendentaals, ideologisch of spiritueels bedoeld, maar het feit dat Moeder Natuur kennelijk de mogelijkheid heeft, of heeft geoefend, om in schijnbaar hopeloze situaties (b.v. psychoses) nieuwe dimensies te openen, waarmee het individu nog een kans heeft om zich deze moeilijke situatie weer eigen te maken. Ook hier opent de Germanische Heilkunde® nieuwe dimensies van zinvolle therapeutische zorg.

Met de 5e natuurwet is de Germanische Heilkunde® eindelijk compleet. Het is de quintessence of de quinta essencia. Wij mensen kunnen nu, in alle nederigheid, voor het eerst zien en zelfs begrijpen dat niet alleen de hele natuur geordend is, maar dat elk afzonderlijk proces in de natuur zinvol is, zelfs binnen het kader van het geheel. En dat de processen die wij tot dan toe "ziekten" hadden genoemd, geen zinloze storingen waren die door tovenaarsleerlingen moesten worden hersteld, maar dat wij met verbazing zien dat dit alles volstrekt niets zinloos, kwaadaardigs en pathologisch was.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer

Vertaling: Nederlandse werkgroep