EEN INLEIDING in de GERMANISCHE HEILKUNDE®

volgens Dr. med. Ryke Geerd Hamer

De microben
en hun functie in het regulerende systeem van de natuur

Volgens de 4e biologische natuurwet van de Germanische Heilkunde, het "ontogenetisch bepaalde systeem van microben", horen bij elke groep organen specifieke microben die met het kiemblad te maken hebben. Samen met de programmering van onze organen in de verschillende hersenrelais van ons computerbrein, zijn ook onze trouwe gespecialiseerde werkers, de microben, ingeprogrammeerd.

De microben zijn min of meer specialisten, niet alleen in termen van de organen waarop ze werken, maar ook in termen van de manier en wijze waarop ze werken.

De verdeling = schimmels - bacteriën - virussen(? als ze al bestaan) komt overeen met hun ontogenetische leeftijd:

  • De oudste microben, de schimmels en schimmelbacteriën, bewerken de hersenstam-aangestuurde entodermale organen.
  • De “middelbaren", de schimmelbacteriën en bacteriën, bewerken de door de kleine hersenen aangestuurde mesodermale organen, en de bacteriën bewerken de door de hersenmerg aangestuurde mesodermale organen.
  • De ontogenetisch jongste, de virussen (als ze al bestaan), bewerken uitsluitend de ectodermale organen die door de hersenschors van de grote hersenen worden aangestuurd.

We weten zelfs nog niet of virussen (hypothese: afbraakproducten van microben) überhaupt bestaan. De zogenaamde virussen werden 150 jaar geleden gepostuleerd, toen er heel slechte microscopen beschikbaar waren. Men zag nooit een virus, noch zag men enige vermenigvuldiging. De hypothese dat de niet waargenomen virussen een "ziekte" maken was ook onjuist. In het beste geval hadden ze kunnen helpen met een genezing, maar ook dat is tot nu toe niet bewezen. Dus strikt genomen zouden we moeten zeggen: "hypothetische virussen in de pcl-fase”.

We weten het: Volgens de wet van de tweefasigheid van alle ziekten als het conflict opgelost is (2e Biologische natuurwet), "werken" alle microben - zonder uitzondering - uitsluitend in de 2e fase, d.w.z. de genezingsfase, die begint met conflictolyse (conflictoplossing) en eindigt met het einde van de genezingsfase.

Het zogenaamde "immuunsysteem", dat we ons hadden voorgesteld als een soort leger van ons lichaam dat de "kwaadaardige" kankercellen en de "kwaadaardige" microben zou vernietigen, als in een grote veldslag, bestaat niet in deze zin. Op bevel van onze hersenen worden de zogenaamd pathogene microben weer goedaardige, apathogene microben, die zich terugtrekken ergens in ons organisme waar ze niet storen, maar waar ze op elk moment weer geactiveerd kunnen worden als ze weer nodig zijn (alleen in de genezingsfase en in combinatie met de bijbehorende organen).

We hadden, gevangen in een bacteriologisch-hygiënisch denken, geprobeerd deze goed opgevoede seizoenarbeiders van ons organisme uit te roeien.

De microben werken niet tegen ons, maar voor ons, als onze trouwe helpers gedurende tientallen miljoenen jaren van onze evolutionaire geschiedenis. Het zijn de chirurgen van Moeder Natuur, de optimaliseerders van de genezingsfase. Zoals te verwachten is, overlappen de verantwoordelijkheden elkaar in de grensgebieden van de kiembladen: b.v. de door de kleine hersenen aangestuurde organen zoals de lederhuid (corium), pericardium (hartzakje), pleura (borstvlies) en peritoneum (buikvlies) worden, als door de kleine hersenen aangestuurde organen, van nature "bewerkt" door de mycobacteriën (Tbc), maar ze kunnen ook "behulpzaam" bewerkt worden door de bacterie, die dan kan helpen bij de caseatie als een suprainfectie, zoals we dat vroeger noemden. De hulp lijkt echter zeer beperkt te zijn, misschien strekt ze zich alleen uit tot het interstitiële (inwendige) bindweefsel aan de rand van het corium of mesothelioom (wat we histologisch pericardiale, pleurale en peritoneale Ca noemen).

We beschouwden de microben ook als iets "kwaadaardigs" dat we moesten uitroeien. Dat was pure onzin! We hebben dringend microben nodig, en wel het hele scala dat op onze breedtegraad veel voorkomt. Ontbreken ons bijvoorbeeld mycobacteriën (Tbc) "om hygiënische redenen", dan kunnen we onze tumoren in de genezingsfase niet meer afbreken. Dit heeft desastreuze gevolgen voor een hele reeks tumoren: In het geval van een schildklier-ca betekent dit bijvoorbeeld dat het, ondanks oplossing van het conflict, niet afgebroken kan worden en grote hoeveelheden thyroxine zal blijven produceren, wat nu biologisch volkomen zinloos is. De enige reden hiervoor is de afwezigheid van de mycobacteriën die normaal de tumor afbreken en het thyroxine peil weer tot normaal laten dalen.

Een darmkanker kan ook aanzienlijke complicaties geven en moet dan operatief verwijderd worden als er geen mycobacteriën aanwezig zijn.

Mycobacteriën zijn er al zo lang of bijna zo lang als er protozoa zijn, d.w.z. lang voordat er dieren of mensen waren. Ze hebben een duidelijke taak, namelijk vanaf het begin van de pcl = genezingsfase (conflictolyse) de tumoren, die door de oude hersenen aangestuurd worden, te verkazen en af te breken. Maar net als de tumoren zelf, die ze moeten afbreken als ze hun werk gedaan hebben, vermenigvuldigen de mycobacteriën zich ook in de conflict-actieve fase (ca-fase).

Dit idee komt bij ons aanvankelijk een beetje vreemd over, want we denken altijd aan bacteriën als stafylokokken of streptokokken enz. en als we die kweken, hebben we warme voedingsbodems nodig. Maar nu begrijpen we ook waarom het praktisch onmogelijk was om mycobacteriën op kunstmatige voedingsbodems te kweken. Op levende "voedingsbodems", zoals kippenei-embryo, groeien ze af en toe heel licht, bijna helemaal niet.

We hebben nu het raadsel opgelost: de mycobacteriën (Tbc) groeiden pas bij toeval toen de bacterioloog met zijn manipulatie het levende embryo een actief biologisch conflict had bijgebracht. Maar omdat hij de Germanische Heilkunde niet kende, kon hij zich deze manipulaties, die voor hem "toevallig" waren en die het embryo verwondden, niet voorstellen als een reden voor de af en toe minimale groei. De mycobacteriën werden daarom gewoon beschouwd als "niet kweekbaar".

We weten nu dus dat we de mycobacteriën (Tbc) moeten hebben, ook wel "zuurvaste staafjes" genoemd - omdat maagzuur ze niet hindert - dus moeten we deze mycobacteriën al vanaf het DHS hebben! Krijgen we ze na de conflictolyse, in de pcl-fase, dan hebben we er niets aan voor dit zinvolle speciale biologische programma, want ze vermenigvuldigen zich immers alleen in de conflict-actieve fase. Het is duidelijk dat ons organisme - in samenwerking met zijn vriend, de mycobacterie - slechts zoveel zuurvaste staafjes laat ontstaan als later nodig zijn voor de caseïatie van de tumor! En wij dwazen hadden geloofd dat we tuberculose moesten uitroeien.

De regulerende circuits van de natuur kunnen niet functioneren als wij tovenaarsleerlingen willekeurig factoren verwijderen. Vrijwel alles wat wij "moderne conventionele artsen" gedaan hadden was onzin.

Nu begrijpen we ook waarom de zogenaamde "dierproef" met cavia's zo onzinnig was, omdat het vaak "vals positieve" resultaten opleverde. Centrifugaat, b.v. van een urinesediment, werd verschillende dagen achter elkaar in de vrije buikholte van een cavia geïnjecteerd. Als gevolg daarvan kreeg de cavia een DHS (conflict shock) met peritoneale kanker, zogenaamd peritoneaal mesothelioom.

Conflictinhoud: aanval tegen de buik.

Toen het arme dier na een week of 10 dagen met rust gelaten werd, loste het conflict op en trad de gebruikelijke ascites op tijdens de genezingsfase. Als er nu zuurvaste staafjes in het centrifugaat zaten, dan werd de ascites, die 6 - 8 weken later door punctie verkregen werd, op een typische manier troebel en stinkend.

Maar hetzelfde gebeurde ook als de cavia eerder ergens Tbc-bacteriën had opgelopen. Dit waren dan de "vals-positieve" resultaten. Als er - op de een of andere manier - geen mycobacteriën aanwezig waren tijdens de actieve kwelfase, dan ontwikkelde zich een "heldere ascitesvloeistof" in de buik van de cavia, en werden de peritoneale mesothelioom tumoren niet opgeruimd.

Volgens de Germanische Heilkunde is het hele experiment natuurlijk pure onzin, om nog maar te zwijgen van de zinloze marteling van de arme dieren. De tovenaarsleerlingen wisten niet wat ze deden!

Met bacteriën is het helemaal anders. Ze behoren tot de organen die door het hersenmerg aangestuurd worden, maar daar behoren ze tot het middelste kiemblad (mesoderm). Net als de cellen van de organen die door het hersenmerg aangestuurd worden, ondergaan ze celdeling in de genezingsfase, d.w.z. ze vermenigvuldigen zich in de pcl-fase. Voor deze vermenigvuldiging hebben ze graag oedeem, d.w.z. een vloeibaar milieu en warmte.

Terwijl we tot nu toe de tuberculeuze genezingsprocessen (caseïatie van de tumorcellen) - hoewel ze in de genezingsfase plaatsvinden - al "koude abcessen" hebben genoemd, zijn de bacteriële processen bijvoorbeeld "warme abcessen". Ik wil zeggen: de mycobacteriën (Tbc) behoren tot de oude hersenen en doen, net als alle tumoren, aan celvermeerdering in de conflictactieve ca-fase.

De bacteriën daarentegen behoren tot het grote hersenen mesoderm en maken, net als alle organen die door de grote hersenen - hier vooral door het hersenmerg van de hersenen - aangestuurd worden, celvermeerdering in de genezingsfase. Daarom vermenigvuldigen de bacteriën zich niet tot de conflictolyse (CL).

Natuurlijk vermenigvuldigen ook de virussen die behoren tot de organen die door de hersenschors worden bestuurd (zoals ik al zei, als ze bestaan) zich uitsluitend in de pcl-fase, zoals we zo dadelijk zullen zien.

We zien dat de microben op een zinvolle en een vanuit de ontwikkeling begrijpelijke manier passen in het biologische proces van de Zinvolle Biologische Speciale Programma's (SBS). Ze zijn met ons en voor ons gegroeid, als het ware. Ze zijn elk lid van een regulerend circuit van de natuur, dat we nog niet gekend hadden. Daarom hadden we blindelings geprobeerd deze nuttige kleine helpers te vernietigen met enkele zogenaamde antibiotica of sulfonamiden. We stierven niet aan de microben, maar hoogstens aan het enorme oedeem in onze hersenen als het conflict te lang had geduurd.

Eén ding moeten we nog ontdekken over bacteriën: Ze kunnen zich opbouwen, maar ook tot op zekere hoogte afbreken. Chirurgen maken al 50 jaar gebruik van deze kennis, die ik niet zomaar bedacht heb, bijvoorbeeld door een verbrijzelde breuk door een perforatie te openen met een serie zogenaamde spijkers die blijven zitten en hem open houden, want een open breuk die toegankelijk is voor bacteriën geneest veel sneller dan wanneer hij gesloten zou blijven. De bacteriën bevorderen dus de opbouw, maar ze breken ook uitstekende of overbodige botsplinters af. De hoofdtaak is echter de opbouw.

Of de virussen(?) überhaupt overdraagbaar zijn of dat ze in het begin door ons eigen organisme zelf gemaakt kunnen worden (dat ze zich dupliceren uit lichaamseigen eiwitten is in elk geval duidelijk), weten we nog niet precies. Hoe weinig we eigenlijk wisten, blijkt bijvoorbeeld uit de grote AIDS paniek.

Niemand heeft ooit een obligate symptomatologie waargenomen na een zogenaamde HIV infectie, zoals men dat gewend is bij mazelen of rodehond. HIV virussen zelf worden bij AIDS patiënten nooit gevonden. 

Omdat er geen eigen "AIDS symptomen" zijn, staat de deur wijd open voor een willekeurige medische diagnose. 

(AIDS bestaat niet - video)

Het is ook heel vreemd dat "AIDS" als veronderstelde "virale ziekte" zich totaal anders gedraagt dan alle andere "virale ziekten", want die worden altijd als overwonnen beschouwd als de antistoffen test positief is.

Eén ding is zeker: Dit ontogenetisch bepaalde systeem van microben zal ook het hele gebied van de geneeskunde fundamenteel veranderen. Want de wijdverbreide microbofobie in medische kringen is tegenwoordig een doorslaggevend kenmerk van onze zielloze steriele moderne geneeskunde.

Copyright by Dr. med. Ryke Geerd Hamer 

Vertaling: Nederlandse werkgroep